Terug

De bevrijders in Rijnsburg

Zojuist zijn er een aantal Canadese militaire voertuigen het dorp Rijnsburg binnengereden. Een man springt eruit en vraagt aan de omstanders “hoe is het met Rijnsburg en met mijn ouders en familie?” Een bekend gezicht in een vreemd uniform. Het is de in 1942 via Portugal naar Amerika gevluchte Martin Collee. De zoon van meester Collee heeft het inmiddels geschopt tot Kapitein bij de Canadese luchtmacht en maakt van de gelegenheid gebruik om een bezoek te brengen aan zijn geboortedorp. In de vroege avond van de 4e mei wordt de terugkeer van Collee gevierd met een feestelijke serenade voor zijn ouderlijk huis aan de Kerkstraat.

Het was op de radio

De Nederlandse driekleur wappert weer fier van de Rijnsburgse toren. Genootschap Oud Rijnsburg

Aarzelend waren de inwoners van Rijnsburg naar buiten gekomen om het nieuws van de capitulatie met elkaar te delen. Hier en daar werden al vlaggen uitgehangen en aan de Oegstgeesterweg bij de Chr. Ger. Kerk stonden groepjes mensen te praten en tuurden naar de verlaten Rijnsburgerweg in de richting van  Leiden of er al een glimp van de bevrijders te zien was.

Het einde van Trouw

Op zeven mei verscheen de laatste uitgave van het illegale blad Trouw. Er werd alsnog tot voorzichtigheid gemaand met betrekking het uitsteken van de vlaggen. Men werd gevraagd te wachten tot de vlag weer van de NH kerktoren zou wapperen. Die middag stond in het teken van de dankdiensten die worden gehouden. De Klink was belast met het bekendmaken van de verdere bijzonderheden. Vier mannen van de Rijnsburgse BS droegen plechtig de Nederlandse driekleur naar de kerk waar hij vervolgens werd gehesen.

Inspectie

Op 9 mei arriveerde er een Canadese jeep met twee officieren van de Royal Mounted Police in het dorp. Op het schoolplein van de Wilhelminaschool stond de Rijnsburgse BS aangetreden. Zij werden geïnspecteerd door de Canadezen. Het was een zonnige feestelijke dag en de Canadese jeep werd door de Rijnsburgers, hoe kan het ook anders, vol met tulpen gelegd.

Met eerbied herdenken

De praalwagen van de Gereformeerde meisjesvereniging in de Burg. Meijboomstraat. Op de achtergrond is nog juist de toren van de oude Petrakerk te zien.

De praalwagen van de Gereformeerde meisjesvereniging in de Burg. Meijboomstraat. Op de achtergrond is nog juist de toren van de oude Petrakerk te zien. Genootschap Oud Rijnsburg

Höweler had zijn taak als burgervader weer opgepakt en een feestcomité zorgde op 16 en 17 mei voor een waar dorpsfeest compleet met een optocht. In zijn feestrede op de stoep van het oude Raadhuis herdacht Höweler de gevallenen en gaf blijk van ieders blijdschap van de bevrijding. Hij citeerde de 33e Psalm “het briesend paard moet eindelijk sneven”. Hij spreekt ook de wens uit dat er een Oranjevereniging wordt opgericht. Dit met name voor de kinderen, want in het arme Rijnsburg hadden velen van hen nog nooit een dorpsfeest gezien.

Dansen tot in de vroege uren

Het feest werd gevierd met eenvoudige middelen. Mensen stroomden samen met muziek en dans om de bevrijding te vieren. Er was zaklopen, stoelendans en op de Koestraatbrug werd een groot vreugdevuur ontstoken. Op sommige plaatsen werden er zelf primitieve dansvloertjes aangelegd en dansten jonge stelletjes op de klanken van een koffergrammofoon. Langs de Vliet en om de Wilhelminaboom werd er onder begeleiding van muziekvereniging Wilhelmina gedanst op de maten van de Hoki Poki. Het feest was compleet.

De Nederlandse vlag wordt door leden van de BS naar de NH kerk gedragen. Genootschap Oud Rijnsburg

Bijltjesdag

Net als in menige Hollandse gemeente wierp ook in Rijnsburg het afrekenen met NSB-ers en Duitsgezinden een smet op de feestvreugde. In de roes van de bevrijding werden er op het plein van de Julianaschool in de Hofstraat onder massaal gejoel een aantal vrouwen kaalgeschoren. Hiertegen klonken weliswaar protesten, maar toen was het kwaad al geschied. De NSB-ers werden door de BS gearresteerd en naar de interneringskampen afgevoerd.

Op de bon

Groentehandelaar Willem Brussee met zijn dochters Hannie en Gré voor hun huis aan de Langevaart.

Groentehandelaar Willem Brussee met zijn dochters Hannie en Gré voor hun huis aan de Langevaart. Genootschap Oud Rijnsburg

Er was nog steeds sprake van schaarste en een groot aantal levensmiddelen waren nog steeds op de bon. De Rijnsburgse tuinders die in de oorlogsjaren het grootste gedeelte van hun gewassen in het kader van de voedselvoorziening aan de Duitsers af hadden moeten dragen, waren nu weer in de gelegenheid om hun producten voor de handel aan te bieden. Willem Brussee, groentehandelaar uit de Langevaart, kon zijn bloemkool en aardappelen weer vrij verhandelen. Hij had een neef van hem uit Katwijk van een een stuk verduisteringskarton een reclamebord laten maken met de volgende tekst:

Na zeer veel leed en narigheid, zijn we nu de Duitsers kwijt. Geen aardappels meer naar ’t naziland, ze blijven nu in Nederland!

Willem Brussee

Mei 1945

Een echte Oranjevereniging

In tegenstelling tot Katwijk en Valkenburg had Rijnsburg voor de oorlog geen Oranjevereniging. Pas in mei 1945 was de eerste Rijnsburgse Oranjevereniging een feit. In het bijzijn van burgemeester Höweler vond de oprichtingsvergadering op de laatste woensdag van deze maand plaats in zaal Vliethof. Het voorstel om tot de daadwerkelijke oprichting van de Oranje Vereniging te komen, komt van de heer J. Verhave en wordt met algemene stemmen van de vergadering aangenomen. In overleg met het vorige Oranje Comité – dat vóór de oorlog zorg droeg voor activiteiten om de Oranjes een warm hart toe te dragen – werd het eerste bestuur gekozen. Waarbij de volgende verdeelsleutel gehanteerd werd: 6 Gereformeerden, 6 Nederlands Hervormden, 1 Rooms Katholiek en 1 Christelijk Gereformeerd bestuurslid.

Door Gods goedheid zijn wij bevrijd, groot zijn de offers onzer bondgenoten en illegale strijders welke gebruikt zijn. Daarom hebben wij de belangrijke taak om ons land en volk weer de plaats te geven die het behoort. Dit alles is mogelijk wanneer wij eendrachtig samenwerken op alle terreinen waar dit enigszins mogelijk is.

Burgmeester Höweler

tijdens de oprichtingsvergadering van de Rijnsburgse Oranjevereniging, 30 mei 1945.

Atie Visser, spelen voor eigen rechter Volgende verhaal

Wil je bijdragen aan dit verhaal?

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook