In de vroege morgen van 11 mei 1940 bij het eerste licht wordt de 21 jarige Bram van der Vijver in allerijl het noodhospitaal in de Openbare School aan de Kerkstraat in Rijnsburg binnengebracht. Hij is gewond en heeft dringend medische verzorging nodig. Op weg naar zijn werk is hij getroffen door een verdwaalde kogel.
In de Koestraat
Geboren op 8 augustus 1918 was Abraham van der Vijver de oudste zoon van Gerrit van der Vijver en Lena Hogewoning. Het gezin bewoonde aanvankelijk voor een huur van f 2,75 in de week een klein huisje in de Koestraat. Het was een rijtje van zes huizen en eigendom van huisjesmelker Jaap “Moppie” van Egmond. Zoals veel vooroorlogse buurtjes in Rijnsburg was er maar één wc waar men met alle zes gezinnen gebruik van moest maken. Als wc papier gebruikte men kranten. De kinderen sliepen met z’n allen op zolder direct onder het pannendak en de winter hield men zich warm door de jassen aan te houden in bed.
TBC
Vader van der Vijver was koopman in bloemen en groenten, het gezin had het niet breed dus de oudste kinderen moesten al op jeugdige leeftijd bijdragen aan de gezinsinkomsten. Moeder Lena was lichamelijk niet sterk en bleek uiteindelijk TBCZeer besmettelijke bacteriële infectie ziekte, in de volksmond ook wel tering genoemd. Uitte zich vaak in de longen. te hebben. Omdat het in de drukke Koestraat te lawaaiig was besloot vader Gerrit te verhuizen naar de Hofstraat. De oudste dochter Jacoba was echter nog te jong om voor het gezin te zorgen zodat er hulp moest komen van het Leger des Heils. Op 17 juni 1936 kwam Lena van der Vijver te overlijden, een echtgenoot en acht kinderen achterlatend.
Naar werk
Op de ochtend van de 11e mei gaat Bram op de gebruikelijke tijd tegen zessen naar zijn werk in Oegstgeest. Hij werkte bij de firma Brussee, bijgenaamd “de Oliebol”, een groothandel in aardappelen. Het was zwaar werk, met 70 uur in de week, waarbij hij twee mud aardappelen in één keer moest optillen en versjouwen. Hij verdiende hiermee zes harde guldens in de week, waarvan hij er één zelf mocht houden. De dag ervoor, op 10 mei was de oorlog uitgebroken. Vader Gerrit vond het te gevaarlijk, maar Bram besloot toch naar zijn werk te gaan. Op de Leiderweg richting Oegstgeest werd hij getroffen door een verdwaalde kogel. Waar vandaan en door wie is nooit duidelijk geworden.
Noodhospitaal
Op de 10e mei, toen het duidelijk was dat Nederland in oorlog was, had huisarts Edzard van der Laan tegen zijn vrouw gezegd dat hij met spoed een noodhospitaal ging inrichten in de Openbare School in de Kerkstraat en dat hij meteen naar de burgemeester ging om overleg te plegen. In loop van de dag kwam het gebouw in de vuurlinie te liggen waarna hij besloot om het noodhospitaal te verplaatsen naar het schooltje aan de noordzijde van de Vliet. Van der Laan had in de winter van ’39-’40 een EHBO vereniging opgericht. De leden ervan werden meteen naar het hospitaaltje ontboden en ze hebben daar gedurende de resterende oorlogsdagen geholpen met verzorgen en verplegen.
Interne bloedingen
Bram werd met spoed weggebracht naar het noodhospitaal, waar Dr. van der Laan constateerde dat hij in zijn milt geraakt was. Milt- of leverbeschadiging veroorzaakt altijd omvangrijke en levensgevaarlijke interne bloedingen. Zo ook in het geval van Bram, hij overlijdt niet lang daarna aan zijn verwondingen. Jan van Veen, de veldwachter in het dorp begaf zich vervolgens naar vader Gerrit om hem het vreselijke nieuws te melden. De begrafenis vond daarna plaats op de NH begraafplaats naast de Kerk omdat de Gereformeerde begraafplaats aan de Sandtlaan niet gebruikt mocht worden. De overige kinderen uit het gezin Van der Vijver mochten niet bij de teraardebestelling aanwezig zijn. In de jaren die daarop volgden werd er tijdens de dodenherdenking een krans gelegd op het graf van Bram en na de bevrijding werd zijn naam genoemd op het Rijnsburgse oorlogsmonumentOntworpen door B. Buurman en O. Wenckebach. De laatstgenoemde is tevens bekend door het ontwerp van oorlogsmonument 'De Leeuw' in Katwijk. in de Kerkstraat.
1940 1945
IN GOD ZULLEN WIJ
KLOEKE DADEN DOEN
EN HIJ ZAL ONZE
WEDERPARTIJDERS
VERTREDEN