De Nederlandse koopvaardijmannen deden in de oorlog hun werk. Ver van huis en ook lang van huis, deden zij onder dikwijls grote spanningen hun plicht. Op zee loerde iedere dag gevaar. Op zee was iedere zeeman een frontsoldaat!
Neutraal
Voor de koopvaardij begon de oorlog direct al in september 1939. De Nederlandse neutraliteitsperiode, van 3 september 1939 t/m 10 mei 1940, wordt wel the phoney war genoemd; de schemer oorlog, de onechte oorlog, maar de Nederlandse koopvaardij werd al direct getroffen door het echte oorlogsgeweld op zee. Door zeemijnen en torpederingen door Duitse U-boten gingen 26 schepen verloren waarbij ongeveer 240 opvarenden het leven verloren, waaronder 85 passagiers.
10 mei 1940
Op 10 mei 1940 kregen alle koopvaardijschepen buitengaats van de Nederlandse regering opdracht een geallieerde of neutrale haven, aan te lopen in afwachting van nadere orders. Aan een Duitse telegrafische oproep om naar Nederland terug te keren heeft geen enkele gezagvoerder gehoor gegeven.
Uit Nederlandse havens wisten vele koopvaardij- en marineschepen nog uit Duitse handen te blijven en te ontkomen naar Engeland. Na 15 mei 1940 was dit niet meer mogelijk.
Bereidheid
De bereidheid onder de koopvaardij was groot. Er hebben zich weinig Nederlandse opvarenden aan de door de Nederlandse regering in ballingschap in Londen opgelegde vaarverplichting onttrokken. Historicus Lou De JongLouis de Jong, 1914 – 2005. Nederlands journalist en directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. spreekt van ongeveer 3%. Op dit vaarplichtbesluit beroepen de Nederlandse koopvaardijopvarenden zich op hun status als oorlogsveteraan. Het verkrijgen van deze officiële status ging direct na de oorlog zeker niet zonder slag of stoot. Ondanks dat de schepen grijs werden geschilderd, bewapend en er op de vijand werd geschoten.
Verliezen
De prijs was hoog, van de ongeveer 900 Nederlandse schepen welke na 14 mei 1940 ter beschikking van de geallieerde oorlogsvoering zijn gekomen, ging ongeveer 48% verloren. In percentage ligt dit verlies ongeveer even hoog als dat van de Britse, Amerikaanse en Noorse koopvaardij. Het aantal omgekomen Nederlandse koopvaardij opvarenden bedroeg ongeveer 3.600 man. Hierbij zijn niet begrepen de in Japanse kampen omgekomenen opvarenden.
Katwijkse oorlogsslachtoffers Koopvaardijpersoneel
1940
Johannes Blonk – Matroos, s.s. Amstelland
1941
Pieter van Duijn – Matroos, s.s. Soemba
Cornelis van Duijvenbode – Matroos, s.s. Soemba
Gijsbert Guijt – Matroos, s.s. Prins Frederik Hendrik
Cornelis van Duyvenvoorde – Matroos, s.s. Vliestroom
1942
Cornelis Zwanenburg – Matroos ter Koopvaardij, schip onbekend
Dirk Cornelis van Duijn – Matroos, m.s. Poelau Bras
Jacob Haasnoot – Matroos, m.s. Poelau Bras
Krijn van der Plas – Matroos, m.s. Poelau Bras
Cornelis Kruyt – 1e Stuurman, m.s. Poelau Bras
Teunis van Duijn – Matroos, m.s. Zaandam
Jan van den Oever – Chefkok, m.s. Zaandam
1943
Wilhelmus van Wou – Matroos, m.s. Poelau Laut
Paulus Johannes van den Oever – Matroos, Poelau Roebiah
1944
Martinus Albert Swets – Krijgsgevangene aan boord m.s. Tamahoko Maru
Johan Cornelis Boezaard – Krijgsgevangene aan boord m.s. Junyo Maru
1945
Pieter Vooijs – Matroos, m.s. Java
Pieter de Vreugd – ArbeitseinsatzGedwongen inschakeling in de Duitse oorlogs economie van arbeiders uit de bezette gebieden tijdens WO2. , Duitse Rederij HAPAG
Dirk Martinus van der Gugten – Arbeitseinsatz, m.s. Joanna
(Bron: Op zee gebleven, 1919-2018 – Willem van der Plas).
De Stichting
De Stichting is voortgekomen uit het Comité Reünie Koopvaardijpersoneel 1940-1945. Het Comité ontstond bij de 20e herdenking van de bevrijding van ons land in 1965 en heeft tot doelstelling de aandacht te blijven vasthouden voor de belangrijke bijdragen en de offers die door de Nederlandse Koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog werden gebracht. Stichting Koopvaardij personeel 1940-1945 is jaarlijks vertegenwoordigd onder andere bij de 4 mei herdenking bij het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam, bij het Koopvaardijmonument ‘De Boeg’ in Rotterdam en op 15 augustus bij het monument ‘Voor hen die vielen’ in Den Helder.
Sinds november 2021 vaart de Stichting onder Katwijkse vlag met aan het roer de Katwijker Hubert Nijgh. Nijgh heeft een bijzondere band met de koopvaardij. Zijn grootvader Arie Nijgh was tijdens de oorlog frontsoldaat op o.a. het m.s. Dempo, m.s. Johan van Oldebarneveld en m.s. Sibajak. Hubert Nijgh neemt het voorzitterschap over van de Schiedamse Marja Tromp die sinds 2002 bij de stichting diverse bestuursfuncties bekleedde.