Terug

Cornelis Haasnoot als frontsoldaat op zee

Dit is het relaas van de omzwervingen van Cornelis Haasnoot als frontsoldaat op de vaderlandse koopvaardij. Bij invoering van de VaarplichtDienstplicht voor koopvaardijpersoneel. Ingevoerd op 6 juni 1940 door Koningin Wilhelmina. werd hij zoals alle bemanningen van de Nederlandse koopvaardij die buitengaats waren ten tijde van de Duitse inval op 10 mei verplicht om persoonlijke diensten te verrichten ten behoeve van de Nederlandse scheepvaart. Zonder wapens en enige vorm van militaire training was men plots civiel frontsoldaat ter zee.

Naar zee

Geboren op 25 september 1921 als tweede zoon in het gezin van Jacob Haasnoot en Neeltje den Haas ging Cornelis na slechts acht jaar lagere school al naar zee. Eind jaren twintig had ook in Nederland de grote depressie toegeslagen en dat men vervolgens op vroege leeftijd ging werken was niet ongewoon. Het gezin Haasnoot telde in totaal tien kinderen, vijf jongens en vijf meisjes en was woonachtig op de Sluisweg 123. Vader Jacob was visserman en was samen met twee broers, Huig en Koos Haasnoot, eigenaar van een Katwijkse logger.

Op de visserij

Het stond al gauw vast dat Cornelis ook zou kiezen voor een zeevarend bestaan. Hij wilde naar zee, net zo als zijn oudere broer Jacob die hem reeds voorging. Gezien hij op dat moment nog minderjarig was moest vader Haasnoot schriftelijke toestemming geven voordat Cornelis enige vorm van arbeidsovereenkomst aan kon gaan. Na vijf op de visserij monstert Cornelis aan op de grote vaart. Met een aantal diploma´s, een bewijs van goed gedrag van burgemeester Woldringh van der Hoop en een aanbeveling van het hoofd der Hervormde school, meester Volbeda, op zak kan Cornelis op zoek naar zijn eerste betrekking aan boord van een koopvaardijschip.

Ondergetekende verklaart gaarne, dat Cornelis Haasnoot, Jac. Zn., wonende Sluisweg 123 te Katwijk aan Zee, geboren 25 september 1921, die leerling was op zijn school, een ijverige, volgzame, jongen is met een goed verstand. Hij bracht het tot de 8e klas. Hij komt uit een net gezin en heeft een prettig humeur. Indien hij geplaatst kan worden, beveel ik hem gaarne aan.

20 september 1939, J. Volbeda, Hoofd der Hervormde School IV.

Oorlog!

Na een aantal reizen op de SS AJAX en SS HEBE monstert Cornelis aan in maart 1940 aan op de SS FAUNA. Met dit schip bevindt hij zich buitengaats tijdens de Duitse aanval op 10 mei 1940. Middels een telegram werden de Nederlandse schepen bevolen om zich per direct te begeven naar een Franse, Engelse of een neutrale haven om daar verdere orders af te wachten. Er was geen weg meer terug, dus men was gedwongen om te blijven varen voor Koningin en Vaderland. De schepen die achterbleven in Rotterdam vielen jammerlijk in Duitse handen. Het merendeel van de Nederlandse koopvaardijvloot bevindt zich tijdens de inval buitengaats; 2,5 miljoen ton Nederlandse scheepsruimte bleef hierdoor uit handen van de vijand.

Cornelis en Jacob Haasnoot tijdens hun laatste ontmoeting samen in New York in oktober 1941. J. Haasnoot

New York

Met de SS FAUNA komt Cornelis voor het eerst in zijn leven aan in New York. Het is een hele nieuwe wereld voor hem. Alles is onwerkelijk groot, de wolkenkrabbers in downtown New York met in het midden Central Park en de lichtreclames op Broadway. In datzelfde New York zou Cornelis in december 1941 tijdens haven verlof kort herenigd worden met zijn oudere broer Jacob Haasnoot, die eveneens op koopvaardij voer. Het zou de laatste keer zijn dat de broers elkaar zouden zien. Op 7 maart 1942 werd het schip waarop Jacob voer, de SS POULAU BRAS, tijdens een evacuatie operatie door Japanse vliegtuigen gebombardeerd en tot zinken gebracht. Met een reddingssloep bereikte hij na vijf dagen nog wel het vaste land van Sumatra, maar overleed uiteindelijk op slechts 22-jarige leeftijd op 31 augustus 1942 in een Jappenkamp aan dysenterie.

In konvooi

Gedurende de tien maanden die hij op de SS FAUNA heeft gevaren, heeft Cornelis niet deelgenomen aan konvooien. Dit verandert als hij op 25 januari 1941 aanmonstert op de SS HERCULES. Met dit schip wordt deelgenomen aan de HXSnelkonvooien tussen Halifax, Nova Scotia en het VK.-konvooien tussen Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk.  Dit was een uiterst gevaarlijke onderneming. De slag om de Atlantische Oceaan was in volle gang en overal lagen Duitse onderzeeërs op de loer om de Geallieerde konvooien aan te vallen. Door Cornelis werd eveneens deelgenomen aan de OBKonvooien vanuit Liverpool naar Noord Amerika van sep 1939 - aug 1941.-konvooien vanuit het Verenigd Koninkrijk terug naar Noord Amerika. Zijn schip was ook onderdeel van het roemruchte konvooi OB 318 waarbij het Duitse Enigma codeer apparaat buit wordt gemaakt op de Duitse onderzeeër U-110.

Het doopbewijs van Cornelis Haasnoot na het oversteken van de evenaar op de SS EDAM. J. Haasnoot

Operatie Toorts

Na een verblijf van drie weken in New York monstert Cornelis op 11 augustus 1941 aan op de SS EDAM van de Holland-Amerika lijn hervat hij zijn deelname aan de Geallieerde trans-Atlantische konvooien. Na een kort verblijf op de SS MOORDAM, vanwege dokwerkzaamheden van de SS EDAM,  brengt hij tot september 1942 wederom een periode door aan boord van het laatstgenoemde schip. Met de SS EDAM steekt hij op 18 april 1942 voor het eerst de evenaar over en ontvangt hij hiervoor het bijbehorende doopbewijs. Begin oktober 1942 stapte Cornelis over op de MS ALPHARD en neemt deel aan de Operatie Toorts. Deze actie was onderdeel van de invasie van Marokko en Algerije en had als doel de AS mogendheden voorgoed uit Noord-Afrika te verdrijven.

Dutch Reserve Pool

Eind februari 1944 komt Cornelis aan in Liverpool en neemt daar zijn periodiek – en reizen verlof. Van de Engelse immigratiedienst krijgt hij instructies om zich te melden bij de Dutch Reserve Pool. Na een ziekenhuis opname van een maand vanwege geelzucht in het Joyce Green Hospitaal bij Dartford in Kent, volgt hij de opleiding voor het brevet Koopvaardij Kanonnier van de Koninklijke Marine. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de invasie van Europa in volle gang. Eind 1941 waren de Engelsen al begonnen met de plannen voor de landingen in Noordwest Frankrijk. Echter het werd al gauw duidelijk dat men in de zomer van 1942 onvoldoende invasie materieel en manschappen zou hebben. In augustus 1943 bepaalden de Geallieerde leiders dat de invasie plaats moest vinden over het Kanaal ter hoogte van Normandië en zou aanvangen begin juni 1944.

Cornelis Haasnoot, zoals afgebeeld op zijn brevet Koopvaardij Kanonnier. Uitgereikt op 11 mei 1944 te Londen. J. Haasnoot

D-Day

Onder de codenaam Operatie Overlord zullen de Geallieerden uiteindelijk op 6 juni 1944 op de stranden van Normandië landen. Cornelis is hiervoor op 8 mei 1944 naar het Schotse Glasgow gereisd om zich te melden op SS JULIANA. Deze kleine tanker van 5000 ton was aangewezen als invasieschip en zou als onderdeel van Operatie Neptune de verbinding verzorgen tussen Zuid-Engeland en de Brits-Canadese landingssector tijdens D-Day, Juno Beach. Dit in het kader van de brandstofvoorziening. Met haar platte bodem was de SS JULIANA van het type ‘Lake’ tankers uitermate geschikt om dicht onder de Franse kust te komen.

Gearresteerd

Na terugkeer van de SS JULIANA in Portsmouth was Cornelis op 12 juni als gevolg van een lichamelijk en mentale inzinking drie dagen te laat teruggekeerd op zijn schip. Dit werd echter beschouwd als moedwillige weigering om aan boord te gaan. Dat werd door kapitein van Dyk aan de officier van justitie gemeld op 13 juni 1944. Na een kort verblijf in Southampton en Londen voor medisch onderzoek wordt op 28 juni aan de officier van justitie gemeld dat hij wederom naar het ziekenhuis moet voor onderzoek. Echter op 11 augustus wordt Cornelis Haasnoot door de Nederlandse Rechtbank in Londen veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf, met onmiddellijke gevangenneming. Vanaf 11 augustus tot 19 september 1944 zat hij vervolgens zijn straf uit.

Einde van de oorlog

Het volgende schip betrof de SS STAD HAARLEM waarmee hij in oktober 1944 vanuit Gravesend koers zet naar de Amerikaanse oostkust. Begin december loopt het schip na twee trans-Atlantische passages weer de Londense haven binnen. Cornelis monstert af en gaat vervolgens aan boord van zijn tiende en tevens laatste schip waarop hij tijdens de oorlog heeft gediend, de SS FORT SCHUYLER. Wederom een olietanker, alleen nu van een groter formaat, Victory-ship. Dit is zijn thuis tot aan 14 december 1945. De oorlog is al enige tijd voorbij en Cornelis wil zo snel mogelijk naar huis. Van het thuisfront had hij al die jaren niets vernomen en zijn familie had in de tussentijd ook niets van hem gehoord. Bepakt met koffers vol met kleding en lappen stof keerde hij terug in Nederland.

De canvas opbergmap met documenten van Cornelis Haasnoot zoals hij hem tijdens de oorlogsjaren in zijn plunjebaal bij zich droeg. J. Haasnoot

Gezin

Na de oorlog nam Cornelis het besluit om naar de kustvaart gegaan. Hij leerde Marijtje van der Boon kennen en trad met haar in het huwelijk. Hieruit werden drie zoons geboren; Jacob (Jaap), Cornelis (Kees) en Nicolaas (Nico). Gert Jan, de tweelingbroer van Nico overlijdt op jonge leeftijd. De oudste zoon is vernoemd naar zijn in 1942 omgekomen oom Jacob. Vader Cornelis haalde zijn stuurman diploma en werd uiteindelijk schipper en kapitein. Cornelis was veel van huis en kwam soms maar eens per half jaar thuis. Moeder Marijtje ging in de zomer zes weken naar hem toe in de periode dat haar man op de Ierse zee voer. De jongens gingen dan uit logeren bij familie. De laatste jaren van zijn leven keerde Cornelis terug naar de visserij. Zoons Jaap en Kees vergezelden hun vader enkele malen op een reis, echter over de oorlog werd niet gesproken. Daar waren zijn toen ook nog te jong voor.

Oorlogstrauma

De overlijdensadvertentie van Cornelis Haasnoot in de Leidsche Courant. Delpher

Op 22 juli 1965 komt Cornelis op drieënveertigjarige leeftijd plotseling te overlijden. De schok is groot. Moeder Marijtje blijft achter met haar drie jongens. Men wist ook niet dat hij in de oorlog een trauma had opgelopen. Het begrip ‘oorlogstrauma’ was destijds nog een vrij onbekend fenomeen. Hierin kwam begin jaren zeventig verandering met de oprichting van Stichting Centrum ’45, het Centrum voor behandeling van mensen met een oorlogstrauma in Oegstgeest. Toen viel de puzzel eindelijk in elkaar. Op basis van nieuw vergaarde kennis in combinatie met allerlei onverklaarbare klachten als evenwichtsstoornissen e.d. konden de artsen postuum vaststellen dat Cornelis slachtoffer was geworden van een oorlogstrauma.

Boeken

Het verhaal van zijn vader en oom laat zoon Jaap niet meer los. Uit nalatenschap verkreeg hij een canvas opbergmap met alle documenten en diploma´s zoals Cornelis deze in zijn plunjebaal tijdens de oorlogsjaren bij zich heeft gedragen. Op basis hiervan verschijnt van zijn hand in december 2017 het feitelijk beschrijvende boek “Frontsoldaat ter Koopvaardij” en in maart 2024 het boek Lammeren onder wolven (EAN 9789083351797) Hierin verhaalt hij de oorlogsjaren van de twee broers Haasnoot die symbool staan voor alle bemanningsleden van de Nederlandse koopvaardij, die streden voor onze vrijheid.

Stichting Koopvaardijpersoneel 1940 – 1945 Volgende verhaal

Wil je bijdragen aan dit verhaal?

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook