Terug

Winterhulp Nederland in Katwijk

“Geen knoop van m’n gulp voor de Winterhulp”. Met deze gevleugelde uitspraak gaf menig Nederlander tijdens de oorlog zijn blijk van afkeur jegens de Winterhulp Nederland. Opgericht in oktober 1940 door rijkscommissaris Seyss-Inquart moest deze organisatie zich richten op maatschappelijke hulpverlening in Nederland.

Naar Duits voorbeeld

Winterhulp Nederland werd opgezet naar voorbeeld van het Duitse Winterhilfswerk des Deutschen Volkes, ook wel afgekort tot Winterhilfswerk of WHW. Deze fondsenwerving werd georganiseerd door de NSVNat. Socialistische Volkshulp, opgericht in 1931 als sociale welzijnsorganisatie in Duitsland en bestond uit het inzamelen van goederen en geld met als doel behoeftige partijgenoten te ondersteunen. Hitler gaf in 1933 persoonlijk opdracht tot de eerste inzameling van het Winterhilfswerk met de richtlijn “niemand zal honger hebben, niemand zal bevriezen”.

Affiche uit naam van Rijkscommissaris Seyss Inquart met betrekking tot de oprichting van de Winterhulp Nederland, 1940. Delpher

Wantrouwen

Gezien het feit dat de Winterhulp Nederlands gestoeld was op Duitse leest werd de organisatie in Nederland reeds vanaf het prille begin met een grote mate van wantrouwen ontvangen. Na de oprichting van het landelijk comité werden er van daar uit lokale afdelingen georganiseerd die de inzamelingsacties moesten coördineren. Echter de mate van draagvlak verschilde sterk per gemeente. In de ene gemeente werden aanzienlijke bedragen binnengehaald en in andere zou de Winterhulp nooit echt van de grond komen. De protestante kerk was vanaf het begin fel tegen de activiteiten van de Winterhulp, mede vanwege het feit dat Joodse burgers werden uitgesloten en geen aanspraak konden maken op financiële of materiele steun.

Campagne

Een landelijke  wervingscampagne werd gestart om het Winterhulp initiatief te promoten. Op kleurige posters moest door middel van het gebruik van vaderlandslievende slogans het Nederlandse volk warm gemaakt worden om zich in te zetten voor de Winterhulp Nederland. “Brengt licht in ’t leven uwer landgenoten”, “Niet een aalmoes maar een offer doorbreekt den nood” en “Met elkander-Voor elkander” waren enkele van de leuzen die deze schreeuwerige aanplakbiljetten sierden. Toen er echter een erecomité werd opgericht met o.a. de Duits-gezinde oprichter van de Nederlandse Opbouwdienst, Majoor J.N. Breunese en Tweede Kamer lid van de NSB, Mr. M. M. Rost van Tonningen in de gelederen nam het enthousiasme voor de Winterhulp Nederland aanzienlijk af.

Ontvangt de Winterhulp een pop,
dan strijkt de mof drie kwartjes op.
Een kwartje voor Mussert en zijn tante,
weg met de landverraders, zwendelaars, collectanten.
In stad en land, in huis en stulp,
geen halfje voor de Winterhulp!

Spotversje over de Winterhulp Nederland 1940-1945, auteur onbekend.

Fondsenwerving

Er werd op verschillende manieren fondsen geworven voor de Winterhulp. Giro nummer 5533 werd in het leven geroepen waarop men een gift kon overmaken en vrijwilligers gingen de straat op om, met de kenmerkende rode collectebus en het Winterhulp speldje op de revers, te collecteren. Tevens werden er loten verkocht in het kader van de Winterhulp loterijIn tegenstelling tot de straatcollectes vonden de loten wel gretig aftrek bij de Nederlandse bevolking en speldjes van onder andere; historische figuren, sprookjes, molens en kerstversierselen. Al deze ‘Hollandse’ thema’s werden zorgvuldig gekozen om de aandacht voor de Winterhulp als zijnde Duits initiatief zo veel mogelijk te verhullen. In maart 1944 gaf de PTT in het kader van de Winterhulp een tweetal postzegels uit ontworpen door kunstenaar Willem Nijs.

Winterhulp zegel van de hand van ontwerper Willem Nijs, uitgegeven op 6 maart 1944. E. Wolthaus

WHN comité Katwijk

Op 3 december 1941 maakt de Nieuwe Leidsche Courant melding van de samenstelling van het Winterhulp Nederland comité voor de gemeente Katwijk. Met als voorzitter burgemeester W.J. Woldringh van der Hoop en penningmeester B.J. Thijssen waarbij het secretariaat bemand werd door dhr. D. Wijbenga. Leden dhr. D. de Haas, J. den Hollander en W. Kulk vertegenwoordigen Katwijk aan Zee terwijl dhr.W. Caspers en G. Varkevisser verantwoordelijk zijn voor de Winterhulp activiteiten in Katwijk aan den Rijn. In de eerste instantie konden de uitkeringsverzoeken bij Woldringh van der Hoop als plaatselijk directeur ingediend zelf worden. Later kwam hier verandering in en moest men zich wenden tot de aangestelde buurtschapsleiders. Voor wijk Noord en geheel Katwijk aan de Rijn was dit dhr. J. Maan en in wijk Zuid kon men met hun aanvraag bij dhr. J. den Hollander terecht.

Opbrengsten

Na iedere Winterhulp actie werden de opbrengsten in de krant landelijk bekend gemaakt. In het geval van substantiële particuliere giften werd men vermeldt met diens initialen, bedrijven en instellingen werden met naam genoemd. De opbrengst van de Winterhulp activiteiten in Katwijk was wisselend. In de periode februari – oktober 1941 worden onder andere de volgende bedragen gepubliceerd; f. 557,74 – f. 454,00 – f. 316,58 – f. 425,76 en f. 218,60. De gemeente Katwijk reserveerde in haar begroting van 1941 een bedrag van f. 5000,- voor uitkeringsaanvragen van de Winterhulp. Eind april 1941 was er door de gemeente Katwijk reeds f. 8700,- aan Winterhulp voor de bevolking uitgekeerd. Het aantal gesteunde gezinnen bedroeg tot dan aan toe 743, met een totaal van 4187 gezinsleden. Katwijk telt dan 4300 gezinnen en ruim 19.000 inwoners. De opbrengstteller van de Winterhulp collectes stond op dat moment op een bedrag van f. 2950,-

Rijnsburg en Valkenburg

In de gemeentes Rijnsburg en Valkenburg werden eveneens Winterhulp comités opgericht. Deze mochten echter geen naam hebben en succes bleef dan ook uit. Burgemeesters Höweler en De Wilde hadden beiden niet veel op met het Winterhulp Nederland initiatief. Dit bleek ook uit de opbrengsten. In december 1940 wordt er in Rijnsburg f. 80,57 opgehaald met de Winterhulp collecte. Op 7 maart 1941 meldt het Leidsch Dagblad dat de gemeente Rijnsburg voor f. 300,- aan bonnen aan 58 gezinnen heeft verstrekt. Valkenburg blijft ver achter met een totale Winterhulp collecte opbrengst van slechts f. 14,45 in maart 1941. Na de arrestatie van burgemeester Höweler door de Duitsers vanwege het versieren van de Wilhelminaboom in augustus 1941 neemt dhr. K. Zandbergen het voorzitterschap van het Rijnsburgse Winterhulp comité over. Het draagvlak bij de Rijnsburgse bevolking daalde hierdoor tot een dieptepunt, zijn opvolger NSB burgemeester E.G. Bisschop kon hier geen verandering in brengen en vertrok reeds na 9 maanden naar de Zuid-Hollandse gemeente ‘s-Gravenzande.

Het offer der Visschers

In mei 1941 halen Katwijkse vissers het landelijk nieuws met een bijzondere Winterhulp actie. Samen met vissers uit IJmuiden, Den Helder en Texel stelden zij 1% van hun besomming, als deze meer dan f. 1000,- bedroeg, ter beschikking aan de Winterhulp. De kustvisserij was weer volop mogelijk en er kwam geld in het laatje als voorheen. De actie kreeg in de media al snel de naam “Het Offer der Visschers”. Op initiatief van dhr. J. Vader en L. Parlevliet deden in totaal twintig vissers mee aan de actie. Op 13 mei 1941 kwam een afvaardiging van de deelnemers samen in Restaurant Brinkmann te Haarlem. dhr. G. Wezelman, W. Drijver, J. Haasnoot, J. van der Plas en M. Slot stopten tijdens deze gelegenheid f. 2500,-  in de collectebus van de Winterhulp. Dhr. D.G. Avenarius, provinciaal directeur van de Winterhulp in Noord Holland sprak vervolgens een woord van dank aan het adres van de vissers.

Eenpansmaaltijden

Naast uitkeringen in de vorm van bonnen en levensmiddelen organiseerde Winterhulp Nederland ook de zogenaamde eenpansmaaltijden. Op maandag 29 december werd er door het Katwijkse Winterhulp comité met hulp van de buurtschapsleiders en wijkhoofden een eenpansmaaltijd voor de jeugd georganiseerd. Deze middag kwam tot stand middels samenwerking met IKA en Vreugde en ArbeidEen organisatie, naar voorbeeld van het Duitse Kraft durch Freude, die goede arbeidsprestaties beloonde met uitstapjes en vakanties.. Een duizendtal Katwijkse kinderen werden in groepen aan lange tafels gezet waarna buurtschapsleider J. Maan een kort welkomstwoord sprak. Op het menu stond een heerlijke snijboonstamppot met vlees en jus. Na toespraken van dhr. G.J. van der Linden en dhr. J. Kamsteeg werd de film Dik Trom vertoond. Dhr. Schaart luisterde de middag op met grammofoonplaat muziek en aan het eind van de middag kreeg ieder kind een traktatie mee naar huis.

Overval op het distributiekantoor Volgende verhaal

Winterhulp Nederland, voor het volk, door het volk!

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook