Terug

Op verkenning boven Holland

Het is half vier in de middag op 27 juni 1940, de 14-jarige Daniël Oudshoorn en diens vader en grootvader zijn net buiten Rijnsburg op het land aan het werk als ze plotseling gierende vliegtuigmotoren gevolgd door een oorverdovende klap horen. De wrakstukken vliegen tot 400 meter in het rond, Daniël voelt op tien meter afstand een brandend stuk vliegtuig langskomen.

Ooggetuigen

Het wrak van de neergestortte Blenheim IV f.

Het wrak van de neergestortte Blenheim IV f. D. Breedijk

Vader en zoon  zijn getuigen van het neerstorten van een Britse Blenheim IV f bommenwerper midden in wat vandaag de dag de wijk Frederiksoord in Rijnsburg is. Vader Oudshoorn wil gaan helpen maar dat kan niet omdat er in het vliegtuig voortdurend munitie ontploft. Pas als dat voorbij is, kan Oudshoorn over de sloot springen om te proberen een vlakbij neergekomen vlieger te helpen. Maar hij kan niet meer doen dan de knopen van diens uniform losmaken om hem nog wat verlichting te geven, en even latere sterft de jongen. Thomas Charles Jordan heet hij, volgens het identiteitsplaatje dat hij om zijn hals heeft. Het is de 18-jarige zoon van William Henry en Jane Ellen Jordan en hij komt uit Belfast, Noord Ierland. In het vliegtuig was hij radiotelegrafist en boordschutter. Ook de 25-jarige waarnemer Sergeant John Walter Needham is om het leven gekomen. Hij komt uit Kilburn in Middlesex en is de zoon van Augusta Elisabeth Needham.

In formatie

Het neergestorte toestel maakt  deel uit van een formatie van zes bommenwerpers van 235 Squadron RAF. Zij zijn om 12.55 uur vanaf de Engelse basis Bircham bij Newton in Norfolk uitgestuurd op een verkenningsvlucht ten westen van de ‘Zuyderzee’, zoals het IJsselmeer nog op de Engelse kaarten staat, tussen Amsterdam en de Afsluitdijk. Ze vliegen overdag, en dat kan alleen als het bewolkt is, aangezien ze anders te gemakkelijk door de Duitsers zouden worden gezien. Nadeel daarvan is dat de toestellen gemakkelijk uit de koers raken, navigeren door met een pak kaarten op schoot naar buiten te kijken is niet eenvoudig, zodat ze rond 15.00 uur bij Noordwijk het Nederlandse luchtruim binnenvliegen. Plotseling breken de wolken open, het is stralend weer, en er wordt koers gezet naar het noorden.

Een "message slip" uit het neergestorte toestel, aldaar gevonden door de heer Zandbergen. Vermeld wordt dat het nog 15 minuten vliegen is naar de Nederlandse kust.

Een “message slip” uit het neergestorte toestel, aldaar gevonden door de heer Zandbergen. Vermeld wordt dat het nog 15 minuten vliegen is naar de Nederlandse kust. J. van Egmond

Geen schijn van kans

Vanaf vliegveld Waalhaven bij Rotterdam stijgen Duitse jagers op om de indringers te onderscheppen. De overlevende Pilot Officer Hugh Wakefield van 235 Squadron vertelt later over het angstaanjagende maar in zijn ogen tegelijk prachtige schouwspel van 18 Messerschmitts die recht van voren komen, eerst samen nog op een wolkje lijken en in twee of drie minuten bij hen zijn. De Engelsen vliegen alle kanten op, tegen deze overmacht kunnen ze niet op. Het is nog een wonder dat twee toestellen het overleven. De andere vier storten neer in Ouderkerk aan de Amstel, Vinkeveen, in zee voor Noordwijk en de laatste om 15.30 uur tussen Rijnsburg en Oegstgeest. Deze wordt neergeschoten door Leutnant Joachim Schypek van het Duitse 2./Jagdgeschwader 76, die om 15.02 op Waalhaven is opgestegen. Op 25 oktober wordt Schypek boven Engeland zelf neergeschoten en beland in  Brits krijgsgevangenschap. Na de oorlog zal hij in Engeland blijven wonen.

Met militaire eer

Het erekerkhof in Oegstgeest, met links de graven van Needham, Jordan en Wales.

Het erekerkhof in Oegstgeest, met links de graven van Needham, Jordan en Wales. E. Wolthaus

Jordan en Needham worden op 30 juni 1940 met Duitse militaire eer begraven bij het Groene Kerkje te Oegstgeest, niet ver van de plaats waar ze nu nog liggen, in de bocht van het hek rond het kerkhof. ‘Wenn Sie tod sind, sind Sie unsere Freunde’, zegt de Duitse legerpredikant. De Duitsers zijn dan inmiddels klaar met het opruimen van het wrak, waarin nog een derde inzittende is gevonden. Het is de piloot, Pilot Officer Alan Roger Wales, de 20-jarige zoon van Herbert en Bertha Wales uit Londen. Deze wordt op 1 juli bij zijn makkers begraven. Op hun graf wordt een steen gelegd, de getallen op de steen zijn de legernummers van de mannen. Later zal naast hen nog een tweede Blenheim-bemanning worden gelegd. Bij die gelegenheid wordt de steen verwijderd en krijgen allen een houten kruis waarop ‘Died for his country’ is geschilderd. Op 30 juli 1942 worden de stoffelijke overschotten en kruisen verplaatst naar de graven waar zij nu nog liggen. De Duitsers vinden het niet gewenst dat zij worden omringd door de op het kerkhof nog oprukkende Duitse soldaten.

 

Rijnsburgse oorlogsslachtoffers Volgende verhaal

Met dank aan luchtvaart historicus Dhr. Dick Breedijk.

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook