Terug

Oorlogsmonument de Leeuw

Een grote menigte mensen had zich verzameld in het Burgemeester de Ridderpark in Katwijk aan Zee. De oorlog lag drie jaar achter ons en de wederopbouw was reeds in volle gang. Op deze zaterdagmiddag, 13 november 1948, is men samengekomen voor een plechtige gebeurtenis. Er wordt een monument onthuld ter nagedachtenis aan allen die het leven lieten tijdens de oorlogsjaren.

Een comité

Na de oorlog werd in Katwijk “Het comité tot de stichting van een oorlogsgedenkteken” opgericht. Dit met als doel de realisatie van een monument om de oorlogsslachtoffers van de Nederlandse krijgsmacht, de burgerij en de illegaliteit te herdenken. Tot dan aan toe werden er tijdens de jaarlijkse dodenherdenking in mei op verschillende plaatsen binnen Katwijk kransen gelegd. Door één centraal punt binnen de gemeente te creëren wilde men hiermee een einde maken aan allerlei losse herdenkingsinitiatieven.

Het ere comité was na de bevrijding in het leven geroepen door burgemeester Woldringh van der Hoop en had als voorzitter voormalig verzetsman Arie Wassenaar. Ook waren er oud militairen van het 4e regiment infanterie bij betrokken. 4-RI was tijdens de Mobilisatie gelegerd in Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg en had felle gevechten geleverd rondom het vliegveld. In deze hoedanigheid was oud-commandant majoor J. Mallinckrodt ook onderdeel van het comité.

Fondsenwerving

Een moment was niet goedkoop dus werden er plannen gemaakt om fondsen te werven. Er werd door de Katwijkse bevolking tijdens diverse acties in de eerste instantie met gulle hand gegeven echter tijdens de vergadering van 16 juni 1948 in het Jeugdhuis aan de Voorstraat was men tot de conclusie gekomen dat het opgehaalde bedrag nog niet toereikend was. In de zomer van 1948 werd opnieuw een financiële actie op touw gezet om het benodigde bedrag alsnog binnen te halen. Leden van de voormalig ‘illegaliteit’ gingen met intekenlijsten de deuren langs om geld voor het monument in te zamelen. Het verzoek aan Quick Boys om een benefietwedstrijd te spelen werd niet gehonoreerd, omdat de voetbalclub geen tegenstander kon vinden. Ondanks alle acties was hierna de financiering nog steeds niet rond. Er ontbrak nog fl. 600,- waarop aan B&W het verzoek werd gericht het ontbrekende bedrag uit de gemeentekas te doneren. Echter B&W waren bereid niet meer dan fl. 400,- te schenken.

Uiteindelijk werd het resterende bedrag bijeengebracht door oud-commandant majoor J. Mallinckrodt en het 4de Regiment Infanterie. Mallinckrodt was reeds tijdens de oorlog begonnen met het werven van fondsen voor een dergelijk monument. Echter het beheren van het geld hiervoor gaf een probleem, de Oranje vereniging Katwijk aan den Rijn bracht uitkomst door hun verenigingskas ter beschikking te stellen. Uiteindelijk werd er door alle partijen een totaal bedrag van fl. 6500,- bijeengebracht.

Opdracht

De opdracht voor het monument werd vervolgens gegeven aan de Noordwijkerhoutse kunstenaar Prof. Wenckebach.Heerlen 16 juni 1895 – Noordwijkerhout 3 november 1962.  Ludwig Oswald Wenckebach was van oorsprong schilder maar legde zich later hoofdzakelijk toe op beeldhouwen. Vanaf 1928 verschenen er beeldhouwwerken van hem in de openbare ruimte. In de jaren na de bevrijding waren dit voornamelijk oorlogsmonumenten. De bekendste zijn het monument in de Kerkstraat in Rijnsburg, het Rudolf Tappenbeck monument aan de Noordwijkse Astrid Boulevard en de bronzen urn in het oorlogsmonument op de erebegraafplaats in Bloemendaal.

Locatie

Als locatie voor het monument wordt gekozen voor een plek aan de zoom van het burgemeester de Ridderpark aan de westzijde van het Katwijkse gemeentehuis aan de Zeeweg. Het park was aangelegd in 1924 en vernoemd naar Tieleman Albertus Otto de RidderBurgemeester van Katwijk, 1873-1914. , met een ambtsperiode van 41 jaar de langstzittende burgemeester van Katwijk. Voor het ontwerp van het park tekende de Chef der gemeentelijke plantsoen Dhr. C. van Zijst.

De Leeuw

Half november 1948 was het monument gereed.  Een tufstenen beeld van drie meter hoog in de vorm van een leeuw werd geplaatst op een zuilvormig voetstuk van natuursteen en kreeg de naam De Leeuw mee.

‘1940 – 1945
2 SAM.1:27A
IN DANKBARE HERINNERING AAN
LEDEN VAN LAND-, ZEE- EN LUCHTMACHT,
ILLEGALITEIT EN KOOPVAARDIJ
GEVALLEN IN DE STRIJD VOOR
DE VRIJHEID VAN ONS VADERLAND’.

Tekst op de gedenksteen van oorlogsmonument De Leeuw, 1948.

Onthulling

De onthulling werd gepland op zaterdag 13 november 1948. De genodigden hadden zich om twee uur verzameld in de trouwzaal van het Katwijkse gemeentehuis aan de Zeeweg, om zich vanuit daar naar het plaats van het monument te begeven. Voorop liepen burgemeester Woldringh van der Hoop, majoor J. Mallinckrodt en ontwerper Prof. Wenckebach gevolgd door het ere comité, de gemeente secretaris, wethouders, leden van de Raad, de pers en overige genodigden. Muziekkorpsen uit Katwijk aan Zee en Katwijk aan den Rijn zouden voor de muzikale omlijsting zorgen door middel van “Wilt heden nu treden” en het Wilhelmus te spelen voor en na de plechtigheid. Echter beide korpsen lieten door onbekende reden verstek gaan zodat dit gedeelte van de ceremonie kwam te vervallen.

Kranslegging

Toen de genodigden op verzoek van de burgemeester zich vanuit de trouwzaal naar het plantsoen hadden begeven stonden daar reeds een dertigtal nabestaanden van gevallenen te wachten bij het met vlaggendoek omhulde monument. Onder hen was de familie van de zwagers Willem en Arie van der Plas. Beiden waren lid geweest van de Stijkel groep en waren in juni 1943 in Berlijn ter dood veroordeeld en gefusilleerd aldaar.

De nabestaanden van Stijkelgroep leden Willem en Arie van der Plas. Fam. van der Plas

Na toespraken van comité voorzitter Arie Wassenaar en burgemeester Woldringh van der Hoop werden bloemen en kransen gelegd. De familieleden legden als eerste hun bloemen gevolgd door de kransen van het gemeentebestuur, de Oranjeverenigingen Katwijk aan Zee en Katwijk aan den Rijn, het NIWIN comitéEen particuliere organisatie die zich inzette voor de militairen in Nederlands Indië, 1946-1950. en de oud militairen uit Katwijk.

4-RI

Namens 4-RI legde oud-commandant majoor J. Mallinckrodt een krans en sprak hierbij de volgende woorden;

In de meidagen van 1940 zijn het mijn mannen geweest die het eerst gevallen zijn. Mijn jongens hebben het spits afgebeten. Hulde voor hen!

Majoor J. Mallinckrodt, oud commandant 4-RI, 13 november 1948

 

Vervolgens werd ter herdenking van de gevallenen een minuut stilte in acht genomen. Het einde van de plechtigheid bestond uit een defilé van allereerst de nabestaanden, gevolgd door de genodigden en besloten door de vele belangstellenden langs het onthulde gedenkteken. Daarna begaven de officiële genodigden zich terug naar de trouwzaal waar men thee werd aangeboden.

Een grote stroom belangstellenden trekt langs het zojuist onthulde oorlogsmonument De Leeuw. Fam. van der Plas

Tinus moet verdwijnen Volgende verhaal

Wil je bijdragen aan dit verhaal?

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook