Terug

De Stijkelgroep

Één van de eerste georganiseerde Nederlandse verzetsgroepen uit de Tweede Wereld Oorlog is de Stijkelgroep. Deze groep is in het begin van de oorlog in de eerste instantie opgericht als een zogenaamde Ordedienst (OD). Dit hield in dat deze na de oorlog het gezag moest voeren totdat de Koningin teruggekeerd was. De academicus Johan ‘Han’ Aaldrik Stijkel, met als schuilnaam dr. Eerland de Vries,  was de leider van de verzetsgroep die voornamelijk uit religieuze overtuiging in opstand was gekomen tegen de Duitse bezetter.

Ordedienst

Arie van der Plas Stichting eregraf Stijkelgroep

Opgericht in 1941, bestond de Ordedienst waarschijnlijk uit ongeveer tachtig leden. Leden van de groep waren onder andere politieagenten, studenten, officieren en kooplieden. Generaal-Majoor S. Hasselman nam het militaire deel van de groep voor zijn rekening. Er maakten drie Katwijkers deel uit van de groep. De zwagers Willem en Arie van der Plas en Maarten Hoek. Laatstgenoemde was werkzaam als politieagent te Scheveningen.

De regering had Han Stijkel de opdracht gegeven om verzetsgroepen door het hele land samen te brengen, om zo een eenheid te vormen. Hiervoor reisden de leden van de groep het hele land door, wat zo af en toe nogal eens lastig was. Dit onder andere omdat in het begin van de oorlog de Persoons Bewijzen Centrale, die valse persoonsbewijzen maakte, nog niet bestond. Tijdens de reizen werden spionage gegevens verzameld en doorgegeven aan Org. Westerveld. Binnen de groep werden nogal eens blunders geslagen, mede omdat de ervaring met verzetswerk nihil was. Met belangrijke gegevens werd soms te onzorgvuldig omgegaan. Een andere activiteit van de groep bestond ook uit het ontvangen van opdrachten voor nieuwe operaties.

Willem van der Plas Stcichting eregraf Stijkelgroep

Een Katwijkse botter

Han Stijkel besloot op een gegeven moment onder druk van geïnfiltreerde V-Männer in zijn organisatie om zelf instructies van de regering te Londen in ontvangst te gaan nemen en verzameld spionage materiaal af te leveren. Hem werd voorgehouden dat er via de politieradio contact was geweest met de regering in Londen en dat dat die er uitdrukkelijk op aan hadden aangedrongen dat Stijkel het spionagemateriaal persoonlijk zou komen afleveren in Engeland. Voor de overtocht werd een vaartuig gehuurd.

Via een politieorganisatie kwam hij in contact met de zwagers Willem en Arie van der Plas. Deze Katwijkse vissers hadden een motorbotter, de KW133 “Eendracht”. Zij zouden Han Stijkel en zijn mede Stijkelgroep leden Cornelis Jan Gude, Jean Baud en de politieman J.F. Van Dijk naar een punt op zee varen waar ze vervolgens opgepikt zouden worden door een Engelse of Nederlandse duikboot. Er zou ook een ‘rijke Jood’ meevaren. Deze zou geld aan de organisatie betalen in ruil voor de overtocht.

Wat de leden van de groep niet wisten, was dat deze Jood eigenlijk de Scheveningse vishandelaar Jan van Wezel was en als infiltrant voor de Sicherheitspolizei werkte. Al bij de planning was er verraad in het spel, want binnen de politieorganisatie die geregeld meevoer op de KW133 waren er ook verraders. Toen ze wegvoeren uit de Scheveningse haven op 2 april 1941, liep alles al mis. De Duitsers hadden de uitgang van de haven geblokkeerd. Men poogde om te keren naar de kade. Baud en van Dijk die gekleed waren als vissers wisten te ontsnappen maar Stijkel en Gude, die voor de ontmoeting met de Koningin hun nette pak hadden aangetrokken, werden ter plekke gearresteerd. Baud zou later die dag alsnog door de Sicherheitspolizei opgepakt worden. Uiteindelijk zou blijken dat de Scheveningse vishandelaren Willem S van Dam en Jan van Wezel de actie hadden verraden.

Maarten Hoek

Inmiddels was politieagent Maarten Hoek eveneens gearresteerd, hem werd spionage ten laste gelegd. Hij heeft in het Oranjehotel gezeten van 3 april 1941 tot begin maart 1942 in cel 578, daarna tot 25 maart 1942 in de grote Strafgevangenis van Scheveningen.

Maarten Hoek Stichting eregraf Stijkelgroep

Het aantal arrestanten liep al gauw op tot 47. Deze verbleven allen van 10 april 1941 tot en met 26 maart 1942 in het Oranjehotel. Op 26 maart werd de hele Stijkelgroep overgebracht naar Berlijn. Hier werden ze geïnterneerd in een drietal gevangenissen, namelijk de Wehrmachtuntersuchungsgefaengnis aan de Lehrterstrasse 3 te Berlijn, Untersuchungshaftanstalt Moabit en Untersuchungsgefangnis Charlottenburg.

Ter dood veroordeeld

In september 1942 kwam het tot een proces voor het hoogste Militaire Gerechtshof (Het Reichskriegsgericht). De aanklacht luidde: spionage en toebrengen van schade aan de Duitse Wehrmacht. Op 26 september 1942 werden de doodvonnisen van 39 leden van de groep bekend gemaakt. Zes leden van de groep kregen uiteindelijk gratie. Zij kregen een tuchthuisstraf opgelegd. Één lid van de groep was overleden in de gevangenis.

Op 4 juni 1943 werden de 32 ter dood veroordeelde leden van de Stijkelgroep met tussenpozen van 5 minuten gefusileerd op een schietbaan in Tegel. Harald Poelchau, de gevangenispredikant, steunde de Stijkelgroep in deze moeilijke tijd. Hij was zeer onder de indruk van de houding van de Nederlanders.

Na de oorlog was het lot van de Stijkelgroep in Nederland niet zeker. De Duitsers hadden alles in verband met de groep angstvallig geheim gehouden. De geëxecuteerde leden van de groep bleken uiteindelijk begraven te zijn op een begraafplaats in de Russische sector van Berlijn. In juni 1947 werden de lichamen naar Nederland overgebracht. Onder zeer grote belangstelling werden de leden van de Stijkelgroep begraven op de begraafplaats Westduin in Den Haag.

De daders

De verraders Van Dam en Van Wezel zijn in 1949 berecht. Tegen hen werd in de eerste instantie de doodstraf geëist. Bij de uitspraak werd deze gewijzigd in 20 jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.

De gevallen leden van de Stijkelgroep

Op 1 augustus 1947 vond een herdenkingsdienst plaats in de St. Jacobskerk te Den Haag voorafgaande aan de herbegrafenis van de leden van de Stijkelgroep op de begraafplaats Westduin. Deze herbegrafenis was mogelijk doordat de stoffelijke overschotten bij hoge uitzondering uit het oostelijk deel van Berlijn waren overgebracht naar Nederland. Voor 10 omgekomen leden, waarvan geen stoffelijk overschot is teruggevonden, is eveneens een kruis geplaatst. Ter nagedachtenis aan de Stijkelgroep is er in 1947 ook een monument opgericht op de begraafplaats Westduin te Den Haag. Jaarlijks worden op 4 mei de gevallenen van de oorlog bij dit monument herdacht. Er is tevens jaarlijks een besloten bijeenkomst om de leden van de groep te herdenken. Het monument wordt beheerd door de Stichting Eregraf Stijkelgroep.

 

Aad van Duijn-Kruijt Volgende verhaal

Wil je bijdragen aan dit verhaal?

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook