Dit Widerstandsnest besloeg het gebied rond de Jan Zwanenbrug te Rijnsburg. De tankgracht die van de Rijn door het gebied van het tegenwoordige Heen liep kwam hier ten einde in de Maandagse Wetering. Een tactische plaats, omdat hier de weg van Rijnsburg naar Noordwijk liep. De stelling was gebouwd rond een boerderij en bestond uit meerdere woonverblijven, een drietal tobruks. Het geheel was omgeven door een zandwal met de bijbehorende loopgraven.
De tram
Niet alleen regulier verkeer maakte gebruik van de Jan Zwanenbrug aan de Herenweg. Ook het tracé van de tram tussen Leiden en Noordwijk liep over deze brug. Het overige verkeer moest wachten tot de tram het smalle bruggetje gepasseerd was, hij paste er namelijk net aan overheen. De tramlijn werd goed gebruikt, daar de vraag naar openbaar vervoer door de explosief stijgende brandstof prijzen enorm was. In september 1944 kwam er echter een einde aan het openbaar vervoer tussen Noordwijk en Rijnsburg. De weg werd afgesloten en een maand later, op 10 oktober, werd de brug door de Duitsers opgeblazen. De trambaan moest het ook al gauw ontgelden. De bielzen tussen de vernietigde brug en het Oegstgeesterkanaal werden door de Rijnsburgers gestolen om als brandhout te verstoken.
Met de bus
Vanaf 14 augustus 1945 werd er vanuit Noordwijk aan Zee een uurdienst per bus naar Katwijk aan den Rijn onderhouden, in aansluiting op de trams van en naar Leiden. Er werd maar met één bus gereden, waardoor de capaciteit veel te wensen over liet. Het kwam dikwijls voor dat men beter kon gaan lopen richting Katwijk wanneer de bus net vertrokken was, of vol zat. Op 22 oktober 1945 werd de verbinding ‘verbeterd’. De tram ging weer rijden tot aan de vernietigde Jan Zwanenbrug en daar vandaan kon men verder met de bus. De tijdelijke houten voetbrug die hier ten dienste van de passagiers was geplaatst was op 27 januari 1946 echter ingestort. Sindsdien zorgde een platte schuit voor het overzetten van de reizigers.
Nat pak
Vele mensen zijn in de drukte in het water geduwd, soms wel twee in één week. Zelfs gebroken ribben en gebroken benen kwamen voor. De oorzaak hiervan was gelegen in het feit dat de trams tweemaal zoveel passagiers bevatten dan de aansluitende bus. Wie in de bus geen plaats kon bemachtigen moest drie kwartier lopen. Daarnaast werd een schandalig hoog tarief berekend. Men moest namelijk vanuit Leiden/Rijnsburg toch betalen tot Noordwijk (retour 40 cent) en dan voor de bus nog eens tweemaal 20 cent. Bij elkaar bedroeg de totale retourprijs 80 cent, dus het dubbele van de normale prijs voor een wijze van vervoer die ver onder de maat was. Later werd voor de tram het tarief tot Rijnsburg berekend (25 cent retour). De totale reiskosten waren dan toch nog 65 cent in plaats van 40 cent. Van de prijs van 20 cent met de bus was 10 cent bestemd voor de herbouw van de brug, zodat in feite de reizigers de reparatie van de brug hebben opgebracht, welke op 12 mei 1946 pas weer in dienst gesteld werd.
Sloop
Door de komst van het industrieterrein Klei Oost zijn alle bunkers verdwenen. Eén van de tobruks was toen al gesloopt. Een andere tobruk stond voor de toenmalige bewoners van de boerderij maar in de weg. Zij hadden al geprobeerd het betonnen bouwsel kapot te stoken met huisvuil.