Terug

Paarden in de Pothof

Wat eigenlijk niet veel mensen vandaag de dag nog weten is dat Rijnsburg naast de veiling Flora ook nog een andere bloemenveiling rijk is geweest, namelijk veilingvereniging “Bloemenlust”.

Wat voorafging

Al ruim voor 1922 ontstonden er binnen het bestuur van Flora meningsverschillen over de te varen koers. Dit leidde tot afscheiding van een aantal kwekers die hun handelswaar gingen veilen in Café Centraal aan de Vliet. Adriaan den Heyer, voormalig bestuurslid van Flora, werd de nieuwe voorzitter en de nieuwe vereniging werd Bloemenlust gedoopt. De veiling werd in het begin gewoon in de cafezaal gehouden en niet lang daarna in de achterzaal met de naam Vliethof. Met veilingmeester Gijs Vos en schrijver bij de klok Kees Hogewoning groeide de vereniging en in 1922 bouwde men een eigen onderkomen aan de Oegstgeesterweg. Dit op de plaats recht tegenover de huidige Remiseflat. Veiling Flora was inmiddels al verhuisd naar het nieuwe complex aan de Splitsing.

Ze benne zo ze benne, en hier legge ze. Daar gaat ‘ie weer!

Gijs Vos

veilingmeester van Bloemenlust

Een veiling voor de kleine kweker

De hoofdingang van veiling Bloemenlust aan de Oegstgeesterweg.

De hoofdingang van veiling Bloemenlust aan de Oegstgeesterweg. Genootschap Oud Rijnsburg

Bloemenlust was een veiling waar ook de kleine koper terecht kon voor  of  bossen. Op de stoep van de veiling stonden s’ochtends om 8 uur al kruiwagen, handkarren en heel soms een automobiel klaar om de bloemen naar alle windstreken te vervoeren en aan de man te brengen.  De veilingkarren waren in die tijd nog van hout en werden door de lokale timmerman gemaakt. De veilingzaal werd in het weekend ook regelmatig gebruikt voor het vertonen van reclamefilms van de Weduwe van Nelle. De zaal zat dan stampvol. Bloemenlust werd door de Rijnsburgers in de volksmond soms ook wel spottend de “Pothof”genoemd. De reden hiervan is niet helemaal duidelijk, mogelijk omdat er ook wel eens potplanten geveild werden.

Plaatsmaken voor de Bereden Artillerie

Veiling Bloemenlust bestond uit een grote centrale hal en een aantal kleinere ruimtes. Toen de kwartiermakers van het Nederlandse leger met hun vorderingsbewijzen naar Rijnsburg kwamen was Bloemenlust een van de aangewezen gebouwen om onderdak te bieden aan het materieel en paarden van de artillerie eenheden. De Rijnsburgse kwekers maakten plaats voor rekruten en de bloemen moesten plaatsmaken voor paarden, zadeltuig en hoofdstellen.  De paarden werden gestald in geïmproviseerde boxen en langs de muren werden voederbakken getimmerd.

Het Nederlandse leger onderscheidde in 1939 twee soorten artillerie de Rijdende artillerie en de Bereden Artillerie (BA) Bij de rijdende artillerie werden de stukken door paarden getrokken en waren de manschappen bereden; bij de bereden artillerie werden de stukken eveneens door paarden getrokken, doch de manschappen werden op het rijdend materieel vervoerd.

Paarden van de Bereden Artillerie tijdens de mobilisatiedagen.

Paarden van de Bereden Artillerie tijdens de mobilisatiedagen. P. Breen

Het materieel

De Bereden Artillerie eenheden die in Rijnsburg gestationeerd waren hadden de beschikking over een aantal stukken 7 veld geschut. Dit zwaardere ‘broertje’ van de 6-veld was gemaakt van nikkelstaal en had een bemanning van 7 man. Aangekocht door het Nederlandse leger in 1904 werd het in 1926 gemodificeerd tot een vuurmond van 1250 kg met een dracht van 10 km. Het was het eerste snelvuurkanon met rem- en vooruitbrenginrichting in het Nederlandse leger. In mei 1940 had het Nederlandse leger nog steeds de beschikking over 326 stuks van dit geschut. De 7-veld was het standaardgeschut van de veldartillerie en de Rijdende Artillerie tot 1940. Het werd getrokken door 6 paarden en bij de Rijdende Artillerie ook door Fordson-trekkers en DAF-vrachtwagens. De stukken 7 veld uit Rijnsburg waren onder andere betrokken bij de beschietingen richting Valkenburg waarbij de NH kerk en het grootste deel van het centrum in puin werden gelegd.

Rijnsburgs initiatief voor de voedselvoorziening

Na de meidagen van 1940 nam de veilingvereniging weer zijn intrek aan het pand aan de Oegstgeesterweg en werd het veilen van bloemen en planten hervat. Later in de oorlog werd in Bloemenlust de voedselopslag voor de Rijnsburgse Vervangingskeuken gevestigd. Dhr. den Haan die een bedrijf voor financiële dienstverlening had in de Hofstraat, had van de gemeente Rijnsburg de opdracht gekregen om fondsen te gaan werven voor de aankoop van voedsel. Den Haan werd vervolgens benoemd tot directeur van de Vervangingskeuken in Rijnsburg. Bloemenlust werd door hem gevorderd voor de opslag voor kool en aardappelen. Iedere vermogende Rijnsburger werd daarna aangeslagen naar draagvermogen voor een bijdrage in de aanschaf van het voedsel. De schepen van binnenvaartschipper Henk Noort werden onder andere gebruikt om het voedsel over het IJsselmeer naar Rijnsburg te vervoeren. Dit was niet geheel zonder gevaar, onderweg werden ze beschoten door geallieerde vliegtuigen.

Wachtlopen

De conservenfabriek C.D. van der Vijver aan de Katwijkerweg.

De conservenfabriek C.D. van der Vijver aan de Katwijkerweg. Genootschap Oud Rijnsburg

Het voedsel werd dan gekookt bij de conservenfabriek van C.D. van der Vijver aan de Katwijkerweg en in grote tonnen met paard en wagen afgeleverd bij een zevental uitdeelposten. Deze waren onder andere gevestigd in de tramremise aan de Splitsing en het gebouw van de gemeentewerken in de Kerkstraat. Een van de vrijwilligers was Henk, een van de zoons van Dhr. den Haan. Als jongen van 17 jaar hielp hij bij de distributie van het voedsel en de bewaking van de opslag in Bloemenlust. ’s Nachts moest er wacht worden gelopen bij de veiling om te voorkomen dat er gestolen zou worden. Men had honger en deed alles voor een beetje eten. Na het uitdelen van het voedsel kwamen er zelfs mensen uit Leiden om de tonnen leeg te schrapen. Verder ging alles heel georganiseerd, iedere week werden er tijdens een zitting in de Oude School aan de Vliet distributiebewijzen uitgedeeld. Aan de mensen die de bewaking verzorgden werd een Ausweis verstrekt dat men na de avondklok op straat mocht zijn. Op een winteravond, waarop het gesneeuwd had, kwamen de bewakers van de veiling een drietal Hagenaars met geiten tegen op de Oegstgeesterweg. Na aangehouden te zijn staken ze een onsamenhangend verhaal af over de herkomst van de geiten. De bewaker hoefden echt alleen maar de sporen in de sneeuw te volgen om de herkomst van de dieren te achterhalen. De drie heren werden vervolgens gearresteerd door de veldwachter en in de cel onder het raadhuis gegooid.

Een nieuwe bestemming

Inmiddels bestaat Bloemenlust niet meer, men kon de moordende concurrentie met Flora niet meer aan en in het begin van de jaren zestig werden de veilingdeuren gesloten en de gebouwen verkocht aan garagebedrijf Dijksman. De opbrengst werd vervolgens onder de leden verdeeld. In de vloer van garage Dijksman was lange tijd nog de plek te zien waar de vroeger de veilingklok stond.

Barakkenkamp aan de Wassenaarseweg Volgende verhaal

Wil je bijdragen aan dit verhaal?

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook