Terug

Karl Dittmann

“Verboden liefde in roerige jaren”

Lt. Karl Dittmann met op de achtergrond de houten brakken aan de Oegstgeesterweg.

Lt. Karl Dittmann met op de achtergrond de houten brakken aan de Oegstgeesterweg. G v. Kowalski

De jonge officier Karl Dittmann spoed zich door de nauwe straatjes van Rijnsburg naar het grote doktershuis aan het Rapenburg. Zijn commandant heeft hem zojuist opgedragen om inkwartiering voor hem te regelen. Daar aangekomen belt hij aan en doet op bescheiden toon het verzoek aan mevrouw van der Laan die hem bits mededeelt dat zij zijn vraag slechts als een formaliteit beschouwd. Dit gezien de Duitse bezetter zich het recht voorbehoud om woningen naar eigen inziens te mogen vorderen voor onderdak van manschappen. Geschrokken van haar reactie salueert hij en zegt buigend dat hij haar antwoord aan zijn commandant zal overbrengen.

Een socialisten familie in vooroorlogs Duitsland

Geboren op 14 februari 1914 in het Noordduitse Hamburg als tweede zoon van Paul en Minna Dittmann is Karl van een bekende Duitse familie. Vader Paul Dittmann, een socialist in hart en nieren, is een van de drijvende krachten van de USPD in het vooroorlogse Duitsland aan het begin van de twintigste eeuw. In een land verscheurd door oorlog, crisis en grote armoede onder de arbeiders voert hij als vakbondsman de oppositie aan tijdens de scheepswerfstakingen van 1911/1913. Karl heeft een een zes jaar oudere broer genaamd Wilhelm, en een ouder zusje Paula. Deze laatste komt echter drie jaar voor Karl’s geboorte op 1-jarige leeftijd te overlijden. In huize Dittmann staat het leven in het teken van de arbeidersstrijd tegen het kapitalisme. Voorvechters hiervan als Ernst Thälmann en Rosa Luxemburg komen bij de familie over de vloer en als er pamfletten moeten worden weggebracht wordt kleine Wilhelm er wel eens op uitgestuurd.

Karl’s oom Wilhelm Dittmann is een prominent Duits politicus, hij zit in 1918 voor de USPD in de “Rat der Volksbeauftragten” en vanaf 1919 in het Duitse parlement. Beide broers Dittmann staan bekend als fervente tegenstanders van de oorlog. Ondanks dit wordt Paul Dittmann toch opgeroepen voor militaire dienst. Aan het oostelijke front loopt hij zware tuberculose op zodat hij ongeschikt voor dienst wordt verklaard. Hij besluit vervolgens om in Hamburg een cafe te openen dat al snel het hoofdkwartier wordt van de USPD die hij samen met vriend en geestverwant Paul Bergman in 1917 opricht. Eind 1918 wordt hij gekozen als lid van de Hamburger Arbeiter und Soldatenrat. Zijn slechte gezondheid blijft hem echter parten spelen en weerhoudt hem ervan om deel te nemen aan de Partijdag in 1919. Na ongeneeslijk ziek te zijn geworden pleegt hij na een lange ziekenhuisopname op 41 jarige leeftijd zelfmoord op 30 mei 1919. Op dat moment verliest de partij een van haar meest gedreven leden en blijft moeder Minna Dittmann achter met haar zoons Wilhelm en Karl. Enige jaren na dit tragische voorval leert ze Georg Brück uit Saarbrücken kennen waarmee ze gaat samenwonen. Georg is als een vader voor de jongens en zelfs na zijn overlijden in 1943 blijven er hechte familiebanden bestaan. Hij komt om tijdens een van de geallieerde bombardementen op de haven van Hamburg. Hij is daar werkzaam bij de scheepswerf Blohm & Voss die zich sinds WO I grotendeels heeft toegelegd op de productie van U-Boten.

Moeder Minna met haar zoons Wilhelm en Karl.

Moeder Minna met haar zoons Wilhelm en Karl. G. v Kowalski

Het stond voor vader Dittmann al gauw vast dat de jongens Karl en Wilhelm niet zouden gaan studeren maar onderdeel uit zouden gaan maken van de Duitse arbeidersklasse. Met de gevleugelde uitspraak “Ich will nicht, dass mein Sohn ein Arbeiter-Antreiber wird” was de toon gezet voor een leven in de scheepsindustrie. Karl ziet een loopbaan als havenarbeider niet zitten en kiest net als zijn broer voor het zeemansleven. Hij wordt vervolgens opgeroepen voor militaire dienst en ingedeeld bij de Kriegsmarine. Door zijn socialistische opvoeding is Karl verre van overtuigd aanhanger van de Duitse Nazi partij. Broer Wilhelm moet eveneens opkomen voor zijn nummer en wordt ook geplaatst bij de Kriegsmarine, een deel van zijn diensttijd brengt hij door in Frankrijk terwijl Karl naar Holland wordt gestuurd.

Gestationeerd in de bloemenveiling

Het is inmiddels het jaar 1940 en Nederland gaat zijn eerste bezettingsjaar in. Men is weer enigszins bekomen van alle schrik van de gevechten tijdens de meidagen van 1940, en probeert zo goed mogelijk het dagelijks leven weer op te pakken. Door het hele land bepalen Duitse soldaten het straatbeeld, ook in Rijnsburg. In het eens zo rustige bloemendorp heerst grote bedrijvigheid. Dittmann is na de inval op de 10e mei met zijn eenheid in Rijnsburg terechtgekomen waar zijn onderdeel een gedeelte van de gebouwen van bloemenveiling Flora heeft gevorderd voor de opslag van voorraden. Karl’s eenheid was het Marineverpflegungsamt Rijnsburg, die voor de distributie van levensmiddelen moest zorgen. Flora is reeds tijdens de mobilisatie ingericht als onderkomen voor een Nederlands onderdeel bereden artillerie en in dat opzicht dus uitermate geschikt als depot. De bloemenhandel heeft deels plaats moeten maken voor pallets met levensmiddelen, uniformen en materieel bestemd voor de bunkercomplexen aan de kust. Vanuit de opslag in de gebouwen van veiling Flora vinden er dagelijks transporten per vrachtauto plaats naar de duinen van Katwijk en Noordwijk en naar het terrein van Leeuwenhorst in Noordwijkerhout. Ook werden er voorraden naar Verpflegungsausgabestellen in Den Helder en Bergen op Zoom getransporteerd.

De hoofdingang van de veiling, rechts op de achtergrond zijn de houten barakken te zien.

De hoofdingang van de veiling, rechts op de achtergrond zijn de houten barakken te zien. Fam v/d Vijver

Naast het veilinggebouw worden lange houten barakken geplaatst die onderdak bieden aan het vijftigtal manschappen van het Kriegsmarine garnizoen dat in Flora gestationeerd is. De officieren worden ondergebracht in woonhuizen in het dorp. Aan de overzijde van de hoofdingang van Flora staat een houten barak waarin de administratie is gevestigd en die tevens dienst doet als kantoor van de commandant. Karl wordt ingekwartierd bij de weduwe van den Eijkel – van Delft aan de Oegstgeesterweg. Grenzend aan het land van de gebroeders Pauw is het een meer dan comfortabel onderkomen voor Karl en enkele van zijn mede officieren. De kippen lopen los op het erf en bij mooi weer is het goed toeven in de tuin.

Een Rijnsburgs meisje

In het huis aan de Oegstgeesterweg woont op dat moment ook Corrie Verhaar. Zij is verloofd geweest met de zoon van mevrouw van den Eijkel. Echter enige jaren voor de oorlog slaat het noodlot toe en komt de jongeman te overlijden. Corrie woont nu in bij vrouw van den Eijkel – van Delft omdat haar ouderlijk huis aan de Rhijnhofweg plaats heeft moeten maken voor het schootsveld rondom het vliegveld Valkenburg in de meidagen van ’40. Geboren op 11 maart 1915 in Oegstgeest is ze een van de drie kinderen van Jan en Arina Verhaar. Vader Jan heeft een kwekerij en moeder Arina is huisvrouw. Het gezin bestaat verder nog uit zus Els en broer Leendert. Laatstgenoemde maakt tijdens deze oorlogsjaren actief deel uit van het verzet in Rijnsburg. In schril contrast met de grimmigheid van de oorlog bloeit er tijdens deze periode iets moois op tussen de Duitse marineman en het meisje uit Rijnsburg.

Karl en Corrie bij het huis van mevrouw van den Eijkel - van Delft aan de Oegstgeesterweg.

Karl en Corrie bij het huis van mevrouw van den Eijkel – van Delft aan de Oegstgeesterweg. G. v. Kowalski

Van het verzet in Rijnsburg maakt men geen geheim. In het dorp zitten meerdere joodse kinderen ondergedoken en net buiten het dorp aan de Vinkeweg wordt een illegaal krantje gedrukt dat ’s avonds door de buurtkinderen wordt rondgebracht. Er wordt clandestien geslacht en het huis van Dr. Van der Laan biedt regelmatig onderdak aan knokploegen die op doorreis zijn. Karl, inmiddels commandant van de afdeling Kriegsmarine in Flora, schenkt hier weinig aandacht aan. Hij kijkt simpelweg de andere kant op en geeft af en toe een stille tip richting het verzet als er weer een actie van Duitse zijde op handen is. Afgezien van het incident met het versieren van de Wilhelminaboom en de schietpartij op het Rapenburg is het verder betrekkelijk rustig in het dorp en staat de bevolking op redelijk goede voet met de soldaten. Overdag staan er af en toe dorpsgenoten aan de poort van Flora om te vragen om levensmiddelen of voedsel. Een vindingrijk Rijnsburgs jongetje is op het idee gekomen om een hondje mee te nemen en probeert die te ruilen tegen wat eten. Hij krijgt van Karl snel wat toegestopt en te horen dat hij het hondje weer mee naar huis mag nemen.

Handel is handel!

Over het algemeen hebben de Rijnsburgers weinig last van last van het Duitse marine garnizoen dat het depot in de veilinggebouwen bemand. Door de schaarste thuis in Duitsland wordt er door de soldaten flink ingekocht, luxe artikelen als bonbons en koffie die in Nederland nog verkrijgbaar zijn worden in groten getale naar huis gestuurd. “Handel is Handel” wordt er gezegd en onder het motto “beter een gulden van een Duitser dan een kwartje van een Hollander” floreert ook de bloemenhandel in Rijnsburg.

Het café aan de Splitsing.

Het café aan de Splitsing. Genootschap Oud Rijnsburg

De soldaten zoeken verder hun vertier in café De Splitsing aan de Oegstgeesterweg. Daar wordt een fles bier gedronken en een pijpje tabak gerookt. De gedachten van de mannen zijn in het geheel niet bij der Krieg, maar meer bij het land en de koeien thuis. Een populaire verschijning in het café is “der Albert”, een al wat oudere dienstplichtige soldaat die zijn bloeiende banketbakkerij in Hamburg achter heeft moeten laten. Als men bij de kapper of in het café aan hem vraagt hoe het thuis met de bakkerszaak gaat barst hij in schelden uit. Op die Partei, op het leger en op der verdammter Hitlerkrieg. Dit allemaal tot groot vermaak van de Rijnsburgers. Naast taartjes bakken kan Albert ook goed piano spelen. Op 31 augustus, de verjaardag van koningin Wilhelmina, wordt hij uitgenodigd voor een ‘familiefeestje’ in het café. Na het nodige bier tot zich genomen te hebben wordt Albert aan de piano gezet en speelt alles van de ‘Blanke top der duinen’ en ‘ Piet Hein’ tot aan het ‘Wilhelmus’. Dit alles wordt door de aanwezigen uit volle borst meegezongen. Als hij zich dan ’s nachts stomdronken met zijn Feldmütze vol met oranje goudsbloemen weer bij de officier van de wacht meldt is deze hier niet echt van gediend. Als gevolg mogen de Duitsers daarna niet meer in het café komen en Albert krijgt een aantal weken arrest aan zijn broek.

Onafscheidelijk van zijn filmcamera

Karl (midden) en enkele collega's bij de kassen van de gebroeders Pauw te Rijnsburg.

Karl (midden) en enkele collega’s bij de kassen van de gebroeders Pauw te Rijnsburg. G. v Kowalski

Karl is een fervent amateurfilmer en brengt in de tijd dat hij in Rijnsburg zit de regio uitgebreid in beeld. De Blauwpoortsbrug in Leiden, Molen de Gerechtigheid in Katwijk-binnen en de boulevard van Noordwijk zijn onderwerp van de dubbel 8 filmpjes die hij in zijn vrije tijd maakt. Ook is hij mateloos gefascineerd door alles wat groeit en bloeit in de natuur, dieren en bloemen kan hij eindeloos filmen. De kippen op het erf bij mevrouw van den Eijkel – van Delft of het poten de van de bollen in kisten bij de Gebroeders Pauw. Ook is hij regelmatig langs de waterkant te vinden. Hij neemt zijn camera overal mee naar toe, iets wat hij in later leven altijd stug vol zal houden. Hij is als Duits officier ook in de gelegenheid om te filmen waar de gewone burger geen toestemming heeft. Het bezitten van een filmcamera is in die tijd ook niet voorbehouden aan de gewone man. Het is een kostbare hobby en de meeste mensen hebben daar gewoonweg het geld niet voor. Een van de favoriete manieren van filmen van Karl is vanuit de passagiersstoel in de auto. Karl heeft een stafauto tot zijn beschikking en ook brandstof is geen probleem.

Aan alles komt een einde, zo ook aan Karl’s tijd in Rijnsburg. Hij wordt overgeplaatst en vertrekt weer richting Duitsland. Corrie blijft alleen achter in Rijnsburg. Ondertussen is het oorlogstij voor Duitsland danig gekeerd, het is inmiddels na de invasie in Normandië en de Russische successen in het Oosten in een twee frontenstrijd verwikkeld geraakt. De eens zo machtige Duitse Kriegsmarine met zijn U-boten en slagschepen moet uiteindelijk toch het onderspit delven tegen de geallieerde overmacht. Ruim 60.000 Duits marine personeel vindt uiteindelijk de dood in de golven.

5 mei 1945, na een lange Hongerwinter is de bevrijding eindelijk een feit. Het hele dorp viert is in jubelstemming en viert feest. Zoals in vele plaatsen in Nederland vinden er ook in Rijnsburg minder leuke dingen plaats. In de roes van de bevrijding worden er s’avonds op het plein van de Julianaschool aan de Hofstraat meisjes kaalgeschoren die bevriend met Duitse soldaten waren geweest. Ook Corrie’s naam wordt genoemd, maar als men haar wil komen halen staan de buren klaar met bijlen en sikkels om dit te voorkomen. Zij laten dit niet gebeuren want van enige vorm van collaboratie is namelijk nooit geen sprake is geweest.

Krijgsgevangen

Karl en Corrie op hun trouwdag.

Karl en Corrie op hun trouwdag. G. v. Kowalski

Over de daarop volgende periode in Karls leven is er weinig bekend, na de bevrijding door de geallieerden brengt hij enkele jaren door in Russische krijgsgevangenschap door. Zoals velen spreekt hij zelden over die tijd. Na zijn vrijlating uit krijgsgevangenschap besluit hij terug te keren naar Rijnsburg, naar het dorp waar hij zulke goede herinneringen aan heeft. Als hij te voet en liftend eindelijk het huis aan de Oegstgeesterweg bereikt wordt hij in de eerste instantie niet eens herkend. Door honger en ontbering is hij sterk vermagerd en heeft enige tijd nodig om weer op krachten te komen. Corrie wordt vervolgens door Karl ten huwelijk gevraagd en het paar vertrekt naar Duitsland, naar Karl’s geboorteplaats Hamburg. Na enige tijd op een cruiseliner gevaren te hebben neemt hij dan tenslotte een baan aan de wal. Bij de Hamburgse Landesbank om precies te zijn, daar werkt hij tot aan zijn pensionering.

Rijnsburg blijft trekken

Desalniettemin blijven er sterke banden met Rijnsburg bestaan. Meerdere malen per jaar en tijdens de Bloemencorso komt “Oom Karel” zoals hij door zijn Rijnsburgse familie genoemd wordt op bezoek in Rijnsburg. De camera gaat zoals altijd mee en alle plaatjes die hij in de oorlog geschoten heeft worden in kleur nog eens dunnetjes overgedaan. Jaren na de oorlog wordt hij nog steeds herkend en gegroet op straat door de Rijnsburgers. Maar naar mate ze ouder worden wordt het voor Karl en Corrie toch een hele reis vanuit Hamburg naar Rijnsburg en de beslissing wordt genomen om dichterbij Holland te gaan wonen. De keuze valt op de grensplaats Emmerich, vandaar uit is het met de trein slechts 2,5 uur en dit is voor hen goed te doen.

Zijn laatste wens

Karl Dittmann op latere leeftijd.

Karl Dittmann op latere leeftijd. G. v. Kowalski

Als Karl Dittmann enige jaren later op zijn sterfbed ligt geeft hij aan dat zijn laatste wens is om in Rijnsburg begraven te worden. Dit is voor hem het dorp waar hij zijn vrouw heeft leren kennen, en waar hij zijn laatste rustplaats wil vinden. Karl Dittmann overlijdt uiteindelijk op 7 september 1981 in zijn woonplaats Emmerich op 67 jarige leeftijd. Hij wordt bijgezet in het familiegraf van de familie Verhaar naast de NH kerk in Rijnsburg. Corrie komt hierna weer terug naar Rijnsburg, het paar is altijd kinderloos gebleven en in Rijnsburg heeft ze haar familie in de buurt. Ze komt tenslotte op 6 januari 1997 te Oegstgeest te overlijden en wordt eveneens bijgezet in het graf in Rijnsburg. In dit unieke verhaal van liefde en oorlog is er geen sprake meer van winnen of verliezen en goed of fout. Slechts van twee mensen die elkaar in moeilijke tijden gevonden hebben en altijd samen een onomstotelijke verbintenis met Rijnsburg zullen blijven houden.

Met speciale dank aan de familie v/d Vijver en G. von Kowalski voor alle informatie en beeldmateriaal. Tevens is er informatie gebruikt uit het boekje van J.P. van der Laan – Boelens.

Nachtjäger op Flugplatz Katwijk Volgende verhaal

Wil je bijdragen aan dit verhaal?

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook