Terug

Verraad en verzet aan de Zwarteweg

Na de Duitse inval in mei 1940 kreeg het Nederlandse volk te maken met vorderingen van materiaal en levensmiddelen. Liever kanonnen dan boter had de Führer Adolf Hitler aan het Duitse volk verkondigd. Men werd geconfronteerd met leveringen voor de voedselvoorziening en het inleveren van alle bruikbare metalen voor de oorlogsindustrie.

Liever kanonnen dan boter

De bereidheid tot inleveren was niet groot. Mensen verzonnen allerlei manieren om hun metalen voorwerpen te verstoppen. Koperen ketels en pannen werden begraven in tuinen of verborgen op zolders. Sommigen maakten zelfs geheime bergplaatsen om hun kostbaarheden te bewaren. Als afleiding werd er dan door hen één of ander onbenullig stuk keukengerei ingeleverd zodat andere waardevollere stukken veilig verstopt konden worden.

Een bergplaats

Zo ook op de Dr. Mr. Willem van den Berghstichting gelegen aan de Zwarteweg tussen Katwijk aan Zee en Noordwijk. Hier waren ook mensen die er niets voor voelden om hun kostbare eigendommen te laten misbruiken voor de Duitse oorlogsindustrie. Met de hulp van een aantal aan de Stichting verbonden technische medewerkers, werd er in de kelder van paviljoen G. een geheime bergplaats gemaakt voor het verbergen van persoonlijke bezittingen.

Verraden

De constructie van deze bergplaats was echter publiek geheim onder de medewerkers van de Stichting. Dit zou een tweetal mensen fataal worden, Geneesheer-directeur Jacob Jüch en timmerman Johannes Molegraaf. Een ontslagen medewerker vertelde uit wraak aan een plaatselijk NSB lid over de aanwezigheid van een geheime bergplaats op de Stichting. Deze nam daarop direct actie en lichtte op zijn beurt de Duitse Sicherheitsdienst in Den Haag in.

Arrestaties

Een graf ter nagedachtenis aan Jacob Jüch op de Algemene Begraafplaats in Noordwijk aan Zee. E. Wolthaus

Dit had als gevolg dat op de ochtend van 8 april 1942 een auto met vier in uniform geklede Duitsers stopte voor het hoofdgebouw van de Dr. Mr. Willem van den Berghstichting waar de administratie was ondergebracht. De Duitsers zijn beleefd en vertellen dat ze de inrichting willen controleren op veiligheidsmaatregelen tijdens oorlogshandelingen. Met name willen ze graag de kelders zien of daar voldoende schuilplaatsen gecreëerd kunnen worden. Na een uitgebreide inspectie vertrekken de Duitsers weer en iedereen is opgelucht. Echter na twee uur zijn de mannen terug met nieuwe orders van hun bazen en een aantal arrestaties volgen. Geneesheer-directeur Jüch wordt gearresteerd en meegenomen naar de gevangenis in Scheveningen. Hij zal uiteindelijk na een jaar van dwangarbeid in het beruchte Duitse concentratiekamp Sachsenhausen op 26 maart 1943 sterven aan de gevolgen van uitputting. Jacob Jüch liet een vrouw en twee dochters achter.

Wapens?

Tot grote ontsteltenis worden twee dagen later timmerman Molegraaf en zijn collega monteur A. Dekker eveneens gearresteerd.  Zij worden daarna gevolgd door Dr. G. Krijger en op 6 augustus worden tenslotte zuster van der Poel en J.P. Goudriaan, eveneens timmerman op de Stichting, gevangen genomen. Andere medewerkers zoals de secretaresse van Dr. Jüch, Mej. M. Hoepen, worden aan een urenlange ondervraging onderworpen. Hierbij komt men steeds terug op de vraag of er wellicht wapens verborgen zijn op het terrein van de Stichting.

Het graf van Johannes Molegraaf op de begraafplaats aan de Oude Zeeweg in Noordwijk.

Het graf van Johannes Molegraaf op de begraafplaats aan de Oude Zeeweg in Noordwijk. E. Wolthaus

Weggevoerd naar Kamp Amersfoort

Ook Johannes Molegraaf zou zijn gevangenschap niet overleven. Geboren als één van drie kinderen uit het tweede huwelijk van vader Johannes Molegraaf en moeder Maria van Noord, ziet hij op 2 januari 1894 in Rotterdam het levenslicht. Op 10 juli 1918 trouwt hij met Larina Kruis, eveneens uit Rotterdam, en ze krijgen samen zes kinderen. Hij is als timmerman verbonden aan de Stichting en daarnaast werkzaam als marechaussee. Molegraaf sterft na een gevangenschap van zeven en een halve maand, op 25 november 1942, in kamp Amersfoort aan ziekte en ontbering. Hij is dan 48 jaar oud. Na tussenkomst van de leiding van de Dr. Mr. Willem van den Berghstichting wordt zijn stoffelijk overschot vrijgegeven en begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Oude Zeeweg in Noordwijk. Zijn naam is samen met die van geneesheer-directeur Jacob Jüch terug te vinden op een gedenksteen op het terrein van de Stichting. De overige arrestanten van het “bergplaatsverraad” weten allen hun gevangenschap te overleven.

Piet Sik, een Rijnsburgse verzetsman Volgende verhaal

Wil je bijdragen aan dit verhaal?

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook