Terug

Vanuit Noordwijk naar Engeland

Met wisselend succes

Net als Katwijk kreeg Noordwijk in de oorlogsjaren ook te maken met het fenomeen Engelandvaarders. Nederlandse mannen en vrouwen die probeerden met kleine, vaak zelf geïmproviseerde vaartuigen, Engeland te bereiken om dienst te nemen en te vechten tegen de Nazi’s. Deze pogingen waren met wisselend succes. Al in juli 1940 kwam de Duitse verordening om alle boten van het strand te halen. De aanleiding hiertoe was een succesvolle ontsnapping van een aantal mannen met de reddingsboot van Scheveningen.

Soldaat van Oranje te Noordwijk

Het Palace Hotel aan de Noordwijkse boulevard. Tijdens de oorlog zijn vanaf dit punt vele pogingen ondernomen om Engeland te bereiken. E. Wolthaus

De poging die het meest bekend is geworden is die van Erik Hazelhoff Roelfzema, de soldaat van Oranje. Roelfzema brengt samen met J. de Mezritz, C. Kranenburg en A. de Haseth Möller ter hoogte van de Duindamse Slag, een open vlet met een vrachtwagen richting het eind van de Schulpweg. Echter de chauffeur blijkt dan niet meer verder te durven rijden, zodat de mannen de zware boot zelf naar het strand moeten dragen. De vluchtelingen krijgen dan de schrik van hun leven als er onverwacht in het donker drie schimmen opduiken. In plaats van de verwachte Duitse patrouille blijken het drie stropers te zijn, die graag een handje meehelpen als ze horen wat het doel van de reis is. Echter door een te ruwe zee strandt hun poging 500 meter van het punt waar men enige uren eerder vertrokken was.

Niet zonder risico

In 1941 en 1942 zijn er eveneens een aantal pogingen gedaan om vanuit Noordwijk naar Engeland te komen. Deze waren niet allemaal even succesvol. In de vroege morgen van 9 maart 1941 proberen drie mannen voor het Palacehotel een motorbootje in zee te brengen. Zij worden gesnapt en twee van hen worden door de Duitsers gevangen genomen. De derde Engelandvaarder, Jan Roos uit Amsterdam, weet te ontkomen. Henk Jonkers uit Hillegersberg en Daan Boon uit Leiden zijn volgens de mededelingen van hun familie op 28 september 1941 met een kleine zeilkano uit Noordwijk vertrokken. Er is sindsdien nooit meer wat van hen vernomen. Of ze zijn verdronken, of door de Duitse Kriegsmarine zijn opgepikt, is nooit bekend geworden. In het voorjaar van 1942 duidden sleepsporen in het zand erop dat er, ter hoogte van het Duitse zendstation Nora, een bootje in zee was geduwd. De vluchtelingen werden achterhaald en één van hen, de Noordwijkerhouter Francois van der Berghe werd op 19 augustus 1942 standrechtelijk door de Duitsers gefusilleerd.

Het strand voor het Duitse zendstation Nora ter hoogte van Noordwijkerhout.

Het strand voor het Duitse zendstation Nora ter hoogte van Noordwijkerhout. D. Hoek

Terechtgesteld op zee

De straffen op het ontvluchten van Nederland waren in de voorgaande periode aanzienlijk strenger geworden. Het kwam zelfs ook voor dat Engelandvaarders, die tijdens hun vlucht werden gepakt, meteen bij hun arrestatie op zee werden gedood. Dit overkwam ook Dirk van Swaay uit Den Haag. Deze jongen was begin oktober uit de handen van de Sicherheitsdienst ontsnapt, en had kans gezien om zee te kiezen. Op 24 mei 1942 spoelde zijn gruwelijk verminkt lijk aan op het Noordwijkse strand.

Een geslaagde overtocht

Twee Noordwijkse neven, Leendert Hellenberg en Leendert den Hollander, hadden in 1943 aanzienlijk meer succes. Met een goed uitgewerkt plan, en een opvallend gekozen vertrekpunt ter hoogte van het Palace Hotel, slaagden beide mannen er in Engeland levend te bereiken. In een klein bootje van drie meter lang en één meter breed dobberden zij drie dagen lang rond op zee voordat ze opgepikt werden door een Engels schip.

Engelandvaarders Volgende verhaal

Wil je bijdragen aan dit verhaal?

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook