Van 29 april tot 2 mei 1945 stond het vliegveld voor de bevolking van Katwijk en omstreken in het teken van de voedseldroppings om de noodlijdende bevolking voedsel te bieden. Engelse en Amerikaanse bommenwerpers wierpen honderden tonnen voedsel af. De bevrijding kwam naderbij. De oorlog zou nu snel afgelopen zijn.
Fallschirmjägers
Het vliegveld werd toen nog bewaakt door een kleine groep gedemoraliseerde Fallschirmjägers. Ook de bezetter wist dat de eindoverwinning niet van hun zijde zou zijn. De bevrijding liet inderdaad niet lang op zich wachten. Op 5 mei 1945 werd de capitulatie in Wageningen ondertekend. Nederland was vrij. De bevrijders lieten zich echter pas op 8 mei in Katwijk zien en werden als helden onthaald. De BS had ondertussen de bewaking van het vliegveld van de bezetter overgenomen.
Valkenburg Aerodrome – B.93
Met de bevrijders was Wing Commander E.F. Pippet van de RAF Airfield Construction Branch meegekomen. Onder zijn leiding werd er direct begonnen met het wederom operationeel maken van het vliegveld, dat door de Engelsen “Valkenburg Aerodrome – B.93” werd genoemd. De bezetters hadden het vliegveld op grondige wijze onklaar gemaakt. De landingsbanen waren in deplorabele staat. Lange sleuven doorkliefden het gehele start en landingsgebied. Eén van de redenen voor deze snelle reparatie van het vliegveld was dat Valkenburg het eindpunt zou moeten worden van een voedselluchtbrug. Deze zou na voltooiing van het vliegveld niet meer nodig blijken omdat de toevoer van voedsel en materieel ondertussen al via de Rotterdamse haven verliep. Toch behield het vliegveld haar functie om Nederlandse en buitenlandse overheidsfunctionarissen te ontvangen. Andere vliegvelden zouden nog maanden, zo niet jaren in puin liggen. Binnen twee weken na het arriveren van de bevrijders had de 681 Road Construction Company van de Royal Engineers de klinkerbanen vervangen door start en landingsbanen van Pierced Steel Planking (PSP). De uitgebroken klinkers werden gebruikt voor het vervaardigen van taxibanen. Het vliegveld was wederom operationeel.
De Technische Dienst van het Militair Gezag trad op als beheerder van het vliegveld. Het duurde niet lang tot ook de Nederlandse Luchtstrijdkrachten zich op het vliegveld vestigden. Naast de vele transportvliegtuigen van de Amerikaanse en Britse luchtmacht die het vliegveld aan deden, werd het gerepareerde vliegveld vanaf mei ’45 ook regelmatig bezocht door tweemotorige toestellen van de Nederlandse Militaire Luchttransportdienst. Deze waren ondergebracht bij de R.A.F. Door het Ministerie van Oorlog, dat de landmacht en de daarbij ondergebrachte luchtstrijdkrachten (LSK) vertegenwoordigde, werd er al vanaf de wederopbouw in het vliegveld te Valkenburg geïnvesteerd, zij het op bescheiden schaal. Het werd steeds duidelijker dat het vliegveld meer en meer door de Hollanders gebruikt ging worden. Het aantal gebruikers van het vliegveld groeide gestaag, waardoor er zo hier en daar geïmproviseerd moest worden. Er was weinig geld en bouwmateriaal voorhanden. Menig Duitse bunker begon mede om deze reden een tweede leven als opslagplaats.
De Marine Luchtvaartdienst kon kort na de bevrijding nog niet over een eigen vliegveld beschikken en was in afwachting daarvan zolang te gast op het vliegpark van de landmacht bij Valkenburg. In de loop van 1947 groeide het hier gelegerde MLD-detachement uit tot ongeveer 800 man en overtrof daarmee de totale personeelssterkte van de legerluchtmacht op Valkenburg. Het oorspronkelijke plan was voor de MLD het vooroorlogse vliegpark Bergen te herstellen. Maar herbouw van dat vliegpark bleek een zodanig kostbare zaak dat uiteindelijk werd besloten om hier van af te zien.
Op 15 oktober 1947 werd “Valkenburg Aerodrome” officieel een Marinevliegkamp. Dit is lang zo gebleven, tot in 2004 besloten werd dat het vliegkamp gesloten moest worden. Op 1 juli 2006 werd het vliegkamp officieel gesloten en kwam er zo een einde aan een luchtvaarttijdperk te Valkenburg.