Terug

Rudolf Tappenbeck

Als je vanuit Katwijk door de duinen naar Noordwijk rijdt komt men uit op de Koningin Astrid Boulevard. Op dit punt staat een imposant monument ter herinnering aan Rudolf Tappenbeck, gestorven op 21 december 1944 in het beruchte Duitse concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg.

Grand Hotel Huis ter Duin

Rudolf Tappenbeck was samen met zijn drie jaar oudere broer Wolfgang de eigenaar van het Grand Hotel Huis ter Duin. Afkomstig uit een oud Duits hoteliers geslacht stonden beide heren aan het hoofd van het prestigieuze Noordwijkse hotel waar de rijken der aarde kwamen genieten van de frisse Hollandse zeelucht.

Geboren op 28 Oktober 1898 in Noordwijk studeerde hij in Berlijn, Zurich en Leiden en trouwde op 20 December 1935 met Hendrika Johanna Meijlink uit Sommelsdijk. Uit het huwelijk worden vier kinderen geboren waaronder zijn zoon Peter.

Rudolf Tappenbeck in 1937. Fam. Tappenbeck

Wehrmachtsverkehrslokal

Na de Duitse inval in mei 1940 krijgen de broers Tappenbeck al snel met de bezetter te maken. Het luxe hotel Huis ter Duin valt in de smaak bij de Duitsers en wordt al snel als Wehrmachtsverkehrslokal een vaste verblijfplaats voor hoge Duitse officieren. Geld speelt hierbij geen rol en de zaken gaan goed. Het hotel wordt officieel aangewezen als Gaststätte für die Wehrmacht.

De familie Tappenbeck staat bekend als Duitsgezind, maar is in werkelijkheid in twee kampen verdeeld. Aan de ene kant Rudolf en Wolfgang en aan de andere kant de familie die nauwe banden met de bezetter onderhoudt. Een nicht is bevriend met het hoofd van de Sicherheitsdienst en de neven Bruno, Dieter en Gert-Heinrich nemen dienst bij de SS. Dieter is degene van de drie die de oorlog niet overleefd, hij pleegt op 23 December 1941 zelfmoord.

In het verzet

Terwijl Wolfgang veelvuldig zaken doet met de Duitsers keert Rudolf hier zich steeds meer van af. Hij begint op de treden als stille financier van illegale bladen als Trouw, Vrij Nederland en Je Maintiendrai. Niet aangesloten bij een verzetsorganisatie geeft dit Tappenbeck de gelegenheid om onder de radar van de SD te opereren. In deze hoedanigheid komt hij in contact met Henk Jesse, zoon van de Leidse architect Hendrik JesseVerantwoordelijk voor onder andere het ontwerp van de Nieuwe Kerk, de Rooie Buurt en het Politiebureau in Katwijk.

Radiozendamateurs

Henk Jesse had in de jaren ’30 de HTS in Haarlem te doorlopen. Tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog maakt hij versterkers en verdeelkasten voor de radiodistributie. Het systeem waarbij de luisteraar een kastje kreeg met een kiesknop voor een beperkt aantal zenders was toen nog volledig in particuliere handen. Uit angst dat deze techniek voor spionagedoeleinden gebruikt zou worden maakte de bezetter daar een einde aan en belastte de PTT met de radiodistributie. Op deze manier was Tappenbeck betrokken bij de eerste radioverbinding met de Verenigde Staten. Deze verbinding kwam tot stand op de nacht van 26 op 27 december 1923 in het huis van Jesse. Er werd gebruikgemaakt van een 100 watt zendertje en een zeer korte golflengte van 110m.

Een pamflet

Naast het geven van financiële steun aan het verzet en het radiocontact met de Geallieerden besloot Rudolf in 1944 een pamflet te schrijven in het Duits waarbij hij Duitse officieren opriep geen gehoor te geven aan het bevel van Adolf Hitler om, in het geval de oorlog door Duitsland verloren zou worden, alle elektriciteits-, gas- en watercentrales op te blazen.

De Sicherheitsdienst

Het verzetswerk van Tappenbeck kon op een gegeven moment niet meer onopgemerkt blijven. De vrouw van Rudolf krijgt bezoek van een man die zich voordoet als iemand uit de illegaliteit. Deze biedt zich aan om verzetswerk te verrichten. Hendrika vertrouwt het zaakje niet en stuurt de man weg. Deze man was in werkelijkheid Frits van BijnenOp 2 September 1944 op de Waalsdorpervlakte door de SD gefusilleerd, een spion voor de SD. Afkomstig uit Den Haag was Van Bijnen, met een crimineel verleden als oplichter, dief en inbreker, in dienst als V-Mann  bij de Duitse Sicherheitsdienst om allerlei vuile zaakjes voor hen op te knappen. Op de 18 Mei 1944 staat Van Bijnen opnieuw bij de Tappenbecks voor de deur. Hij wordt hierbij vergezeld door SD-er Marten Slagter. Het huis wordt doorzocht waarbij het belastende Duitse pamflet wordt gevonden.  Onder de ogen van zijn vrouw en zoon wordt Rudolf Tappenbeck gearresteerd en vastgezet in de Strafgevangenis in Scheveningen.

De contacten die de Tappenbecks hebben met de SD worden ingeschakeld en broer Wolfgang mag tegen betaling zijn broer in de gevangenis bezoeken. Op deze manier smokkelt hij voedsel, kleding en berichten van Hendrika Tappenbeck voor haar man mee naar binnen. Om de vrijlating van Rudolf te bewerkstelligen wordt er door Wolfgang koortsachtig met de Duitsers onderhandeld om zijn broer vrij te krijgen. Er dient een losgeld van 50.000 gulden betaald te worden, dit gebeurd niet en Rudolf krijgt vervolgens de keuze om voor de SD te gaan werken. Dit wordt door hem resoluut geweigerd en Tappenbeck wordt in Oktober 1944 via Kamp Vught en Sachsenhausen afgevoerd naar Duitsland. Hier komt hij net als de Rijnsburgse burgemeester Geert Hermans terecht in concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Hier bezwijkt hij uiteindelijk aan uitputting en ontbering.

Bij dezen gelast ik u over te gaan tot de arrestatie van den heer W. Tappenbeck directeur van het Huis ter Duin, ter zake van samenzwering met en leveranties aan den vijand. Gaarne verneem ik terstond van U wanneer de arrestatie heeft plaatsgevonden.

Mr. H. Burgersdijk

Waarnemend Hoofd Politieke Recherchedienst

Huisarrest

Na de bevrijding staat er weer een arrestatieteam op de stoep, maar deze maal voor broer Wolfgang. In de vroege ochtend op van 19 Juni 1945 wordt hij in opdracht van de Politieke Recherchedienst door de BS gearresteerd. Hem wordt ‘samenzwering met en leveranties aan den vijand’ te laste gelegd. Ook het feit dat hij zich ingelaten had met NSB burgemeester Musegaas en het bedrijven van zwarte handel in wijnen werd hem zwaar aangerekend. Het hotel was inmiddels omgetoverd van Wehrmachtsverkehrlokal van de Duitsers tot Leave Centre voor de Canadezen. In afwachting van de behandeling van zijn zaak door de Zuiveringsraad krijgt hij huisarrest opgelegd. Dit alles loopt met een sisser af en na tien maanden mag Wolfgang Tappenbeck zich weer een vrij man noemen.

Het monument

De radiolamp en microfoon op het Tappenbeck monument. E. Wolthaus

Na de oorlog werd een comité gevormd, dat het plan opvatte om aan het einde van de Koningin Astrid Boulevard een gedenkteken voor Rudolf Tappenbeck op te richten. De opdracht werd gegeven aan de Noordwijkse beeldhouwer en vriend van Tappenbeck, Ludwig Oswald Wenckebach, eveneens verantwoordelijk voor oorlogsmonumenten in Katwijk en Rijnsburg.

Eind september 1948 was het zover en kon het gedenkteken in de vorm van een meeuw op een zuil worden onthuld door zoon Peter Tappenbeck. Op de vierkante voet van de zuil zijn drie symbolen afgebeeld, de spiegel als zinnebeeld voor de kennis, de balans en het zwaard voor het recht en de radiolamp en microfoon als symbool voor zijn vele verdiensten op het gebied van het radiozend-amateurisme.

Baan van Starkenburg, de technische man van het verzet Volgende verhaal

Ter nagedachtenis aan Rudolf Tappenbeck

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook