Terug

Oostelijke Flakbatterij

Deze lichte Luftwaffe Flakbatterij bevond zich aan de oostkant van het vliegveld, op een hoek, ingesloten door de tankgracht die om het kamp heen liep. Deze plek ligt vlakbij het Valkenburgse Meer, wat toentertijd nog niet bestond.

Zoals de Duitsers zoveel zaken standaardiseerden, was er ook een redelijk gestandaardiseerd ontwerp bedacht voor een Leichte Luftwaffe Flak Stellung. In een document wordt beschreven welke bunkers er aanwezig dienden te zijn in een dergelijke batterij, namelijk:

3 Geschütze – 3x 12-Mann-Bunker Typ 450b
Munition – 1x Munitions-Bunker MG. 36
1 Werfer – 1x 6-Mann-Bunker Typ 452b
Maschinensatz – 1x Masch.Satz-Bunker Typ 455
Zugführer – Vermittlung – 1x 12-Mann-Bunker Typ 450b

Ook voor de geschutsbeddingen waren er richtlijnen opgesteld.

Die Geschützplattform auf dem 12-Mann-Bunker muss so gross gehahlten werden, dass ein Stand nach den Ausmassen der Zeichnung 441 (= type 441) aufgesetzt werden kann; damit wird gewährleistet, dass alle leichten Waffen bis zur Grösse 3,7cm aufgestellt werden können. Der Splitterschutz des Standes ist aber der jeweils eingesetzten Geschützart anzupassen und für 2 cm Waffen nach Zeichnung Nr. 435 auszuführen.

Luftgaukommando Holland

18. Juni 1942, Betr.: Ausbau Küver – leichte Flakstellungen

In het onderstaande gedeelte over de batterij zal blijken dat de batterij behoorlijk naar de standaarden van het Luftgaukommando Holland gebouwd is. Voor sommige van de doeleinden is alleen een ander, vergelijkbaar type bunker gebruikt.

De Batterij

De drie geschutsbeddingen stonden in Katwijk niet op 12 Mann Bunkers van het type 450b, maar op 3 bunkers van het type 441. Zoals in de bovenstaande richtlijn wordt aangegeven kan er in een bedding ter grootte van een bunker van het type 441 een wapen opgesteld worden, variërend van een 2cm luchtdoelwapen, tot een wapen met een kaliber van 3,7cm. Hoogstwaarschijnlijk betrof het hier 3 stuks 2cm Flak.

Generalfeldmarschal Hugo Sperrle inspecteert een van de beddingen in de batterij.

Generalfeldmarschal Hugo Sperrle inspecteert een van de beddingen in de batterij. D. Hoek

De batterij bestaat, naast de drie woonbunkers met beddingen, uit een stelsel van loopgraven dat op een aantal bunkers aangesloten zit. De loopgraven zijn gemaakt van steen en zijn redelijk diep (zie foto’s). De bunkers die rond de loopgraven gesitueerd zijn, zijn een MG36 munitiebunker, 2 küvertype 430 woonbunkers, 1 küver 467 en diverse opslag- en munitiebunkers. Ook staan er 1 latrine voor 3 personen, een tobruk en een commandobunkertje in het open veld ten noorden van de stelling.

Een klein stukje van de eigenlijke batterij verwijderd was het zoeklicht opgesteld. Voor dit doeleinde waren twee bunkers aanwezig. Een woonbunker van het type 430 met een bedding op het dak werd voor het zoeklicht gebruikt. Een bunker van het type 455 was geplaatst om onderdak te bieden aan een aggregaat dat de stroom voor het zoeklicht moest leveren. Het type 455 was dan ook speciaal bedoeld om dergelijke machines in onder te brengen (Maschine-Satz-Bunker für 60-150’er Scheinwerfer). Voor de rondomverdediging was er een tobruk van het type 58c geplaatst. Ook was er op de zoeklichtlocatie een eenpersoons latrine aanwezig.

Om de veiligheid van het gebied rond de landingsbanen te waarborgen waren er ook nog een Bauform L13 voor een stuk 2cm flak en een L15 voor een stuk 2cm of 3,7cm flakgeschut geplaatst. Ook deze twee bunkers lagen een klein stukje bij de batterij vandaan. De L15 is een overdekte geschutsopstelling om neerstrijkende parachutisten of landende vliegtuigen onder vuur te nemen. De L13 kon ook voor deze doeleinden worden ingezet.

Jagdgeschwader 1 Volgende verhaal

Wil je bijdragen aan dit verhaal?

U kunt ons helpen door dit verhaal aan te vullen en waar nodig te corrigeren!

Heeft u nog materiaal dat wij kunnen gebruiken om dit verhaal nog beter te maken? Neem dan contact met ons op, zodat we onze website zo compleet mogelijk kunnen houden.

E-mail mail Facebook