Weggevoerd en nooit meer teruggekomen.
Het Portugese gezin Belinfante bestond uit 5 personen. Allereerst Adriaan Hendrik Belinfante, vader binnen het gezin en Ingenieur bij de NV Sociëteit voor Chemische Industrie Katwijk. Hij werd op 31 januari 1900 geboren te Amsterdam. Dan was er zijn vrouw Rachel Margaretha Belinfante-Abas, op 2 juni 1903 geboren in Amsterdam. Zij was werkzaam als piano lerares.
Samen kregen zij drie kinderen, allemaal in oorlogstijd geboren toen zij in Katwijk woonachtig waren. Louis Abraham Belinfante werd op 31 augustus 1940 geboren. Zijn broertje Michiel Adriaan Belinfante werd op 15 februari 1942 geboren, tijdens de barre winter van dat jaar. Zusje Eleonora Johanna Margaretha Belinfante werd pas laat in de oorlog geboren, namelijk op 15 januari 1944.
Het gezin woonde in Katwijk aan den Rijn op Zeeweg 133, naast de heer Roosdorp die ook bij de Chemische fabriek werkte.
De Calmeyerlijst
Begin maart 1941 werd Hans-Georg Calmeyer benoemd tot hoofd van de Abteilung Innere Verwaltung, waar Joden zich sinds januari 1941 moesten laten registreren omdat de bezetter regels had opgesteld aan de hand van een aantal verschillende graden van Joodse afkomst. Eén van deze graden was die voor Joden van Portugese afkomst, de zogenaamde Sefardische Joden, waar de familie Belinfante toe behoorde. Op 1 oktober 1941 waren er in Nederland 4303 Sefardische Joden, waarvan er 4295 als vol Joods gezien werden. Het werd bekend dat je bij Calmeyer verzoekschriften kon indienen bij twijfel aan de Joodse afkomst en dat deze hierin nogal coulant was. De lijst met Joden die hieruit ontstond wordt ook wel de Calmeyerlijst genoemd.
Dr. De Froe, dr. Nijgh, Mr. Kotting en Mr. Van Proosdij deden in de loop van 1942 onderzoek naar de afstamming van Portugese Joden in Nederland. De Froe besloot na herhaaldelijke reguliere genealogische verzoeken van Portugezen hen als groep te helpen door te bewijzen dat zij geen echte Joden waren. Zij zouden zich zo misschien vrij kunnen waren van deportatie. De Joodse Raad en de Portugees Israëlitische Gemeente hielden zich afzijdig. De Portugese regering was zelfs van plan om de Joden die hun afstamming zonder inmenging konden aantonen naar Portugal te halen om ze naar de koloniën te sturen om te gaan werken vanwege een steeds groter wordend arbeiderstekort. De Duitsers hadden in 1941 al belangstelling voor de afstamming van de Portugese joden. Calmeyer had om vrijstellingen van deportatie te regelen bewijzen nodig dat iemand van Portugese afstamming was. De bewijzen kreeg hij, heel veel bewijzen. In juli/augustus 1943 komt het rapport “Anthropologisch onderzoek van de samenstelling der zoogenaamde Portugeesche Joden in Nederland” van De Froe en collega’s uit.
Wij moeten dan ook aannemen, dat een groot gedeelte van de Nederlandse Joden voor een aanzienlijk deel van niet-Joodse afkomst is.
Dr. De Froe
Calmeyer had een gedeelte van de meer dan 4000 Portugezen gepruft en een zo’ n 400 joden gevonden die in aanmerking kwamen voor “Schutz”. Deze Joden zouden in aanmerking komen voor een stempel voor gemengd gehuwden. Dan kwam je, in ieder geval voorlopig, niet op de lijst om gedeporteerd te worden. In juni 1943 werden er speciale stempels uitgegeven voor de geprivilegieerde groep Portugese Joden die allen begonnen met het nummer 10000. De Calmeyerlijst was toen nog een warboel. Veel van de joden op de lijst waren reeds gedeporteerd of intussen gestorven. De lijst moest gezuiverd worden, maar tegelijkertijd groeide deze. Uiteindelijk werden 411 Joden, waaronder de Belinfantes, voorgedragen voor “Sperrung”, wat inhield dat ze tijdelijk vrijgesteld werden van deportatie.
Op 26 januari 1944 stuurt SS-Sturmbannführer Wilhem Zöpf, leider van het Reichssicherheitshauptamt Referat IV B4, een telegram naar Hauptsturmführer Aus Der Fünten, verantwoordelijk voor de deportatie van de Joden, verzoekende de joden op de Calmeyerlijst in de “Abschiebungsmassnahmen einzubeziehen und sie dem Judenlager Westerbork zuzuführen”. Aus Der Fünten stuurt een telegram dat op 1 februari 1944 alle Portugezen om 11 uur ’s avonds opgepakt moeten worden. Zo geschiedde.
De arrestatie van het gezin Belinfante
In de nacht van 1 op 2 februari 1944 werd het Joodse gezin Belinfante gearresteerd en afgevoerd door de Sicherheitsdienst (SD).
Eerder die avond, rond een uur of 11, werd de politie te Katwijk aan den Rijn opgebeld door de recherche te Leiden. Daar stonden namelijk twee mensen van de SD die de opdracht hadden gehad om een aantal arrestaties te verrichten in Katwijk aan den Rijn. De Katwijkse politie werd gevraagd of zij een agent op de brug over de Oude Rijn wilden laten wachten op de twee SD’ers. Zij kwamen per auto naar de brug toe, en moesten vanaf die locatie de weg gewezen worden naar de plaats van arrestatie. De twee SD’ers waren klaarblijkelijk niet bekend in het eens zo rustige Katwijk aan den Rijn. Op het bureau ter plaatse was echter maar één agent aanwezig, die uiteraard niet zomaar zijn post kon verlaten. Er werd een andere agent opgebeld, die van zijn vrije avond aan het genieten was. Deze weigerde om op zijn vrije dag aan het werk te gaan, misschien wel omdat hij wist wat er ging gebeuren. Dit soort vuile klusjes zullen niet populair geweest zijn bij de politie. Na een ander telefoontje met het bureau te Katwijk aan Zee, werd er een agent geregeld die de twee de weg zou wijzen.
Later die nacht, om tien over twaalf kwam er wederom een telefoontje vanuit Leiden. Als de moeder van de vader van het gezin, de 77 jarige Elizabeth Belinfante, aanwezig was, moest deze ook meegenomen worden. Er werd dus op de valreep nog een naam aan de lijst toegevoegd. De SD’ers dienden hierover op de hoogte gebracht te worden wanneer zij in Katwijk aankwamen.
Rond een uur of 2 ’s nachts kwam het duo aan in Katwijk. De agent wees hen de weg naar Zeeweg 133, vlakbij het raadhuis. Het huis van familie Belinfante. Na herhaald aanbellen werd er nog steeds niet open gedaan, wat overigens niet vreemd is. Wie komt er nu aan de deur op dat heidense tijdstip. Waarschijnlijk voelden de Belinfantes de bui al hangen en gaven zij niet thuis. Dit hield de SD’ers niet tegen. Zij sloegen een ruitje van de voordeur aan scherven zodat zij de grendel van de deur open konden schuiven. Vervolgens werd de onderste grendel losgetrapt. Met een loper, een sleutel die meerdere sloten kan openen, werd de deur geopend. Binnen werd het hele gezin aangetroffen. Adriaan Hendrik Belinfante, moeder, vrouw, twee zoons en z’n pas geboren dochtertje werden gearresteerd en meegenomen. De agent assisteerde bij deze arrestatie. Hij deed na de arrestatie, toen hij het huis gecontroleerd had op open ramen en dergelijke, de deur op slot. De sleutel werd afgegeven aan de hoofdwachtmeester op het politiebureau.
Deportatie
Sturmbannführer Wölk, een hoge SD’er en Chef van de Aussendienststelle te Rotterdam, rapporteerde de namen van de opgepakte Joden aan Aus der Fünten, waaronder die van de Belinfantes. De familie werd op transport gezet naar kamp Westerbork.
Op 20 februari 1944 vond in Westerbork de bezichtiging van de 273 Portugese Joden die daar geïnterneerd waren plaats. SS-Sturmbannführer Zöpf, SS-Sturmbannführer Aust van het Rasse- und Siedlungshauptamt en de baas van het kamp SS-Obersturmführer Gemmeker voeren de bezichtiging uit. Er moest vastgesteld worden of het in hun ogen om Joden of niet Joden ging. Aust heeft daarop maar weinig te zeggen: “Gesamteindruck: Rassisches Untermenschentum”.
Da gerade diese gruppe für die Arbeit nicht tauglich ist (Durch Inzucht degeneriert, durch Wohlhabenheit arbeits-ungewohnt), wird sie noch in dieser Woche dem Zug nach Theresienstadt angeschlossen.
SS-Sturmbannführer Aust
Het gehele gezin Belinfante belandde in verschillende concentratiekampen, nadat zij op 25 februari 1944 vanuit Westerbork samen met meer dan 300 andere Portugese Joden op transport werden gezet richting Theresienstadt.
Na barre transporten kwamen moeder Rachel en haar drie kinderen (4, 2 en 0 jaar oud) aan in Auschwitz waar zij op 25 oktober 1944 de dood vonden in de gaskamer. De moeder van Adriaan Hendrik Belinfante stierf een aantal maanden eerder al, namelijk op 10 april 1944, 77 jaar oud, in Theresienstadt. Adriaan Hendrik Belinfante was een zelfde lot beschoren. Ook hij kwam om in een concentratiekamp, op 28 februari 1945 in Midden Europa. Waar precies is niet bekend.